...
- Teeltsysteem en bouwplan
- Teeltsysteem - Met een slim ontwerp van het teeltsysteem en door de ruimtelijke samenhang te benutten kan de ziekte en plaagdruk lager worden. Dit kan door een verbeterde vruchtwisseling of door ruimtelijke variatie in het landschap of teeltsysteem gebruikmakend van akkerranden, strokenteelt, agroforestry of mengteelt. Deze laatste hebben met name een effect via natuurlijke vijanden.
- Rassenkeuze – Door te kiezen voor gezond uitgangsmateriaal en rassen met resistenties of goede groeikracht kan gezorgd worden voor grotere weerstand tegen ziekten, plagen en onkruid.
- Optimale gewasgroei
- Bodemkwaliteit – Een goede bodemkwaliteit draagt bij aan een weerbaar gewas bijvoorbeeld door het bodemleven te bevorderen met minder intensieve bodembewerking en te voeden met organische stof.
- Teeltmaatregelen – Met het juiste zaaitijdstip, zaaizaadhoeveelheid en zaaidiepte in combinatie met een precieze bemesting krijgt de zaailing een voorspong op het onkruid, wordt concurrentie geminimaliseerd en de wortelontwikkeling beter.
- Monitoring en evaluatie – Met monitoring en beslissingsondersteuning wordt bepaald waar en wanneer gerichte bestrijding wordt ingezet.
- Gerichte bestrijding – Gebruik maken van de optimale keuze, timing, dosering en toepassingsmethode van chemische, mechanische en ecologische bestrijding van ziekten, plagen en onkruid.
Akkerranden zoals bloemenstroken bieden habitat voor de natuurlijke vijanden van plagen en passen als onderdeel van een ICM-strategie