De basiskennis voor deze paragraaf vind je in 3.1
Bij het bemesten van grasland maak je dezelfde overwegingen als voor bouwland (teelt), op grond van biologische principes, nutriëntenbehoefte van het gewas en regels voor de biologische landbouw en algemene mestwetgeving. Die overwegingen pakken voor een biologisch veebedrijf wel iets anders uit dan voor een teeltbedrijf. De algemene overwegingen en basiskennis vind je in paragraaf 3.1. Samengevat:
- Denken en starten vanuit de bodem, opbouw en onderhoud van een goed presterende bodem centraal; denken en handelen vanuit kringloop, kringlopen zoveel mogelijk sluiten.
- Bemesting op nutriëntenbehoefte van het gewas, maar aanvullend op wat de bodem al levert, in evenwicht met zorg voor de bodem en binnen de grenzen van de regels (algemene en specifieke regels voor de bio-landbouw);
- Bemesting binnen de stikstof- en fosfaatgebruiksnormen en andere regels uit de mestwetgeving.
...