...
Het biologisch beteeld areaal schommelde lange tijd tussen de ruim 50.000 en 55.000 ha. (inclusief areaal in omschakeling), maar groeit sinds 2015 aanmerkelijk. Ook het aantal bedrijven is gegroeid. Eind 2018 was het aantal landbouwbedrijven ten opzichte van 2017 weer met 4,1% gegroeid, in 2019 ten opzichte van 2018 met 4,1%. Wel lijkt de groei in 2018 af te vlakken: het aantal omschakelaars was eind 2016 245, eind 2017 180, eind 2018 161, eind 2019 124 en eind 2020 96. In 2021 was het aantal omschakelaars echter weer groot (145), een groei van 51% ten opzichte van 2020. Het areaal gecertificeerd groeide in 2019 (t.o.v. 2018) nog met 10,2%, maar het areaal in omschakeling daalde met 47,9%. Dat betekent dat de groei van het areaal vooral zat in uitbreiding van al bestaande bedrijven; een tendens die al vanaf 2017 zichtbaar is. Het areaal biologisch (inclusief in omschakeling) was in 2021 gestegen tot 4,6 van het totaal landbouwareaal, in totaal 83.356 ha..
Tot 2018 zat de groei vooral in de dierlijke bedrijfstakken, vanaf 2018 vooral in de plantaardige. De groei zat in 2016 en 2017 vooral bij de dierlijke sector (melkvee, varkenshouderij, leghennen), maar in 2017 ook in de akkerbouw en vollegrondsgroenten en de teelt van voedergewassen. In 2018 en 2019 groeiden vooral de plantaardige sector. In 2018 groeiden vooral akkerbouw en vollegrondsgroenten, en in de dierlijke sector alleen pluimvee. In 2019 groeiden akkerbouw en tuinbouw (vollegronds en bedekt, sierteelt) met zo'n 10%; in de dierlijke sector was de groei beperkt, en groeide alleen de varkenshouderij met 9%. Het beeld in 2020 was vergelijkbaar, als uitschieters Akkerbouw-tuinbouw + 38%, en Sierteelt + 17%. In 2021 zien we hetzelfde beeld: groei t.o.v. 2021 vooral in de plantaardige sector, vooral de tuinbouw en sierteelt; in de dierlijke sector groeit Pluimvee het meest.
Vanaf 2017 groeide het areaal sterker dan het aantal bedrijven. Dat kwam door een groeiend aantal grote omschakelaars en doordat al bestaande biologische bedrijven extra grond in omschakeling nemen. De groei zat dus ook in de schaal van de bedrijven. Deze trend is in 2018 niet zichtbaar, maar zet door in 2019. Bio-bedrijven zijn gemiddeld iets groter dan gangbare: 36 ha., tegenover gangbaar 32 ha. (SKAL). Ook in 2019, 2020 en 2021 zit de groei in areaal vooral in de uitbreiding van bestaande bedrijven (percentuele groei areaal groter dan van aantal bedrijven).
Nederland heeft binnen de EU een relatief klein aandeel biologische landbouw, met 4,2% in 2020 2021 (inclusief areaal in omschakeling). In de EU als geheel was dit in 2020 9,2% ). In omringende landen is het aandeel biologisch hoger dan in Nederland, en groeiend: België in 2019 6,9%, in 2021 7,4%, Duitsland 9,7% resp. 10,8%, Frankrijk 7,7% resp. 9,6%, Denemarken 10,9% resp. 11,4%; Oostenrijk is EU-koploper met 26,1%. 5% in 2021. In 2019 scoorden 10 EU landen (12 Europa totaal) scoren boven de 10%, in 2021 al 13 (15 Europa totaal) (cijfers 2019, aandeel bio van areaal totaal, waarschijnlijk zonder inclusief ha. in omschakeling). In al deze landen de EU als geheel groeit het aandeel bio: van 2020 op 2021 met 5,2%. Het percentage bio is in de hele EU 9,63% in 2021. (cijfers FIBL).
Gezien het relatief lage percentage bio in Nederland en de sterk groeiende vraag (volgende dia) lijkt er volop ruimte voor verdere groei.
Voor een overzicht van de ontwikkeling van de biologische landbouw in de EU zie IFOAM-EU annual report-2019 en IFOAM Organics Europe annual report 2021 , wereldwijd zie The World of Organic Agriculture 2020, The World of Organic Agriculture 2021 en The World of Organic Agriculture 20212023 (FIBL).
ontwikkeling biologisch-dynamische landbouw
...
Vanaf 2016 is de afzet via Foodservice (horeca, bezorgdiensten, catering e.d.) sterk gegroeid, in 2019 met 3%. Binnen het totaal marktaandeel van de Foodservice blijft bio echter klein, met 1,6%. Mede door de corona-ontwikkelingen laat 2020 nog geen duidelijke trend zien.
In vergelijking met andere EU-landen blijft het aandeel bio in de afzet detailhandel klein, net als dat van het areaal bio (zie hiervoor). In 2021 was het aandeel bio in de afzet 13% in Denemarken (koploper), 7% in Duitsland, 6,6% in Frankrijk en 3,8% in België; in Nederland was dit 3,3%. De totale afzet detailhandel in bio in de EU was € 46,7 mlrd., een groei van 3,6%. In de totale afzet waren Duitsland (29%) en Frankrijk (23%) de grootsten; dit zijn voor Nederland belangrijke exportlanden. (cijfers: FIBL)
trendbreuk 2022
2022 lijkt een heel moeilijk jaar te worden voor de biologische sector. Door de hoge inflatie, vooral aangejaagd door hogere brandstofprijzen maar ook door hogere voedselprijzen, lijken consumenten uit te wijken naar de goedkopere producten binnen het gangbare segment. De groei in het aantal bio-bedrijven en het bio-areaal in de afgelopen jaren lijkt nu tot overproductie te leiden. Er zijn signalen van afzetproblemen. Omdat de inflatie hoog is in de hele EU staat ook de export onder druk. Op dit moment (december 2022februari 2023) is nog niet duidelijk wat dit voor de jaarcijfers 2022 gaat betekenen en of deze trend zich in 2023 gaat voortzetten.
...
Gezien de groei in de omzet dreigden er de afgelopen jaren aanbod-tekorten en een groeiende afhankelijkheid van import van biologische producten; dit terwijl Nederland voor een aantal -primaire- producten ook exportland is. De afzet binnen de totale EU was in 2017 36,3 miljard euro, een groei van 19 % (wereldwijd 33 %). In 2019 was de omzet in de EU al € 45 mlrd., waarvan € 41,1 mlrd. afzet binnen de EU, een groei met 8%, in 2021 € 48,6 mlrd. (+ 3,6%). De exportkansen zijn dus aanzienlijk. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen voor de export zullen zijn van de crisis in 2022 en van het stimuleringsbeleid (Actieplan).
...