Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Paneel
titleBGColor#EEEBE6
borderStylenone
titleHerkenning

Aan de wortelsbasis van de stengel, op het ondergrondse stengelgedeelte en op stengels ontstaan door bacteriën kleine of grote ronde wratachtige knobbels. De knobbels kunnen vooral op de kraag, maar niet op de wortels, komen wratachtige woekeringen voor. Deze kunnen zeer verschillend van grootte zijn, meestal van 1 tot 10 cm in doorsnede, maar soms de grootte van een voetbal bereiken. Agrobacterium tumefaciens komt over de hele wereld voor en heeft een groot aantal waardplanten o.a. chrysant, roos, aster en Gypsophyla,  Chaenomeles, Dendranthema (Chrysanthemum), Chamaecyparis, Dahlia, Gypsophila, MalusAcer, Aesculus, Alnus, Argyranthemum, Aster, Beta, Betula, Brassica, Chaenomeles, Chamaecyparis, Chrysanthemum, Cornus, Cotoneaster, Crataegus, Cydonia, Dahlia, Daphne, Datura, Daucus, Dendranthema, Fraxinus, Gladiolus, Gypsophila, Halesia, Malus, Pinus, Photinia, Prunus, Pyrus, Quercus, Rhododendron, Rubus, Robinia, Rubus, Salix, Solidago, Sorbus, Symphyotrichum en Taxus. Ook komen deze knobbels voor op de liggende stengels van Euonymus en op de takken van Forsythia knobbels voor. De bacterie veroorzaakt knobbels (tumoren of gallen) op vooral stengel- en stamgedeelte stamgedeelten onder het grondoppervlak, maar ook op bovengrondse delen en bladeren. De knobbels zijn aanvankelijk glad en worden in een later stadium ruw, wratachtig en gespleten. De kleur is lichtbruin tot zwart. Agrobacterium tumefaciens zet de cellen aan tot onbeperkte celdeling. Dit vraagt veel energie van de planten. Geïnfecteerde planten vertonen daardoor een gereduceerde groei en opbrengst. Daarnaast beïnvloed de bacterie de plant zodanig dat deze kleine chlorotische bladeren gaat vormen. Geïnfecteerde planten vertonen een gereduceerde groei en opbrengst.


Paneel
titleBGColor#EEEBE6
borderStylenone
titleLevenswijze

Agrobacterium tumefaciens is een staafvormige bacterie en komt voor in de grond. Ze heeft een wond nodig om de plant te kunnen infecteren. Binnengedrongen bacteriën vermenigvuldigen en verspreiden zich in de intercellulaire ruimten, de ruimte tussen de cellen. Agrobacterium tumefaciens heeft één of meerdere plasmides. Een plasmide is een stukje DNA-materiaal buiten de kern van de cel. Op dit stukje zijn enige genen aanwezig die in de plantencel kunnen worden geïntroduceerd en deze aanzetten tot de vorming van tumorcellen. Zonder deze plasmide kan de bacterie geen planten ziek maken. Cellen aan de rand van de wond veranderen en gaan zich ongeremd delen. Hierdoor ontstaat de tumor of gal. Na verloop van tijd ontwikkelt de knobbel zich zelfstandig verder zonder dat de bacterie daarbij nog aanwezig is

De tumor groeit bloemkoolvormig uit. Na verloop van tijd vormen zich bij houtige gewassen houtvaten en vezels waardoor het geheel zich verhard. Bij kruidachtige gewassen rotten de knobbels aan het eind van het groeiseizoen weg. Ook kunnen zich op stek en entplaatsen hierdoor knobbels vormen. Ze veroorzaken groeivertraging omdat de opname van water en voedingsstoffen wordt vertraagd. De bacterie kan zowel in de grond als in knobbels overwinteren.

Zonder waardplanten kan de bacterie enige jaren saprofytisch (op dood organisch materiaal) leven. De optimale groeitemperatuur is 28ºC

...