Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
Allium sativum of knoflook is een bolgewas, behorend tot de Lelie-achtigen. De bol is samengesteld uit 5 tot 15 teentjes, omgeven door een papierachtig wit of paars omhulsel. De plant heeft tot 60 cm lange, platte bladeren en bloeit in de zomer met een wit-groene tot roze bolvormige bloeiwijze. Naaste familieleden zijn prei, bieslook en daslook, allemaal planten die min of meer dezelfde gezondheidswaarde hebben als knoflook. |
Botanische naam: Allium sativum
Engelse naam: Garlic
Taxonomy ID: 4682
Paneel | ||||
---|---|---|---|---|
| ||||
|
Paneel | ||||
---|---|---|---|---|
| ||||
Allium sativum of knoflook is een bolgewas, behorend tot de Lelie-achtigen. De bol is samengesteld uit 5 tot 15 teentjes, omgeven door een papierachtig wit of paars omhulsel. De plant heeft tot 60 cm lange, platte bladeren en bloeit in de zomer met een wit-groene tot roze bolvormige bloeiwijze. Naaste familieleden zijn prei, bieslook en daslook, allemaal planten die min of meer dezelfde gezondheidswaarde hebben als knoflook. Verder informatie: https://wetenschap.infonu.nl/diversen/34547-allium-sativum-medisch-wetenschappelijk-samengevat.html |
Paneel | ||||
---|---|---|---|---|
| ||||
Inhoudstoffen: zwavelverbindingen (allicine, thiocyanaten enz), vitaminen (A, B1, B2, C), mineralen (K, Fe, S, J, C, P, Se). |
Paneel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Paneel | ||||
---|---|---|---|---|
| ||||
Herkauwers Er is uitgebreid onderzoek gedaan binnen de geneeskunde naar de effecten van knoflook, waarbij antibacteriële, antivirale, antischimmel, immuunstimulerende en anti-oxidatieve eigenschappen zijn aangetoond (Iciek et al., 2009). Onderzoek heeft aangetoond dat allicine effectief is bij de bestrijding van verschillende bacteriële, virale, parasitaire en schimmelinfecties bij mensen (Ankri & Mirelman, 1999). Eén onderzoek bij kalveren laat zien dat allicine het moment van optreden van diarree ten gevolgen van een besmetting met Cryptosporidium parvum uitstelt, als het preventief in hoge dosering wordt toegediend (Olson, Epperson, Zeman, Fayer, & Hildreth, 1998). Allicine heeft een bacteriostatische werking, dat wil zeggen dat de groei van bacteriekolonies tot staan wordt gebracht (Cavallito & Bailey, 1944), (Feldberg et al., 1988). Hoewel allicine bacteriën niet doodt, bereiken ze na verwijdering van allicine niet de groeisnelheid van vóór de toediening. Allicine remt bacteriegroei door enzymen met een thiolgroep en de synthese van bacterieel RNA te blokkeren en is effectief bij zowel Gram positieve als Gram negatieve bacteriën, zoals Escherichia, Salmonella, Staphylococcus, Streptococcus, Klebsiella en Clostridium.Knoflookextracten voorkomen ook de vorming van enterotoxines door Stafylococcus. Knoflookextracten voorkomen ook de vorming van enterotoxines door Staphylococcus. Daarnaast is gebleken dat antibioticaresistente bacteriestammen gevoelig zijn voor allicine (Ankri & Mirelman, 1999), (Feldberg et al., 1988). Naast een antimicrobiële werking is aangetoond dat allicine een antivirale werking heeft bij humane virussen, zoals influenza B, herpes simplex virus type 1 en 2 en parainfluenzavirus type 3 (Ankri & Mirelman, 1999).
Varkens De effecten van knoflook op een bacteriële infectie met Actinobacillus pleuropneumoniae (APP, eenzijdige longontsteking) zijn in vitro en in vivo onderzocht (Becker et al., 2012; Mulet al., 2012). Hierbij zijn 30 mannelijke biggen van 7 weken oud middels een aerosol besmet met APP serotype 2. Vijftien biggen kregen vanaf twee dagen voor de infectie tot vier dagen na de infectie 5% knoflook door het voer, de andere dieren (controles) kregen standaardvoer. Er was geen verschil tussen de groepen wat betreft de klinische symptomen van longproblemen. Bij de controlegroep was het aantal leukocyten in het bloed na 2 dagen significant verhoogd, maar niet in de knoflookgroep. De pathologische afwijkingen waren bij de knoflookgroep minder heftig dan bij de controlegroep, het longgewicht was bij de controlegroep significant hoger dan bij de knoflookgroep. De auteurs concluderen dat knoflook niet preventief werkt bij een infectie met APP, maar dat de ernst en het verloop milder is dan bij controledieren. Onderzoek naar andere effecten van allicine in varkens heeft positieve effecten op lichaamsgewicht, structuur van de darmen en algemene afweer van jonge biggen laten zien (Tatara et al., 2008). Ook is het effect van knoflook en rozemarijn op de vertering, productiekenmerken en karkaskwaliteit en de smaak van het vlees onderzocht (Cullen, et al., 2005). Hiervoor kregen 70 individueel gehuisveste biggen van 42 kg de volgende voeders ad lib: 1) controlevoer, 2) controlevoer met 1% rozemarijn (LR), 3) controlevoer met 5% rozemarijn (HR), controlevoer met 0,1% knoflook (LG) en 4) controlevoer met 1% knoflook (HG). De knoflook gevoerde dieren hadden minder voeropname, en minder verteerbare energieopname vergeleken met de andere groepen. De knoflook gevoerde dieren hadden een significant betere voederconversie dan de andere groepen. Ook was er significant smaakverschil tussen gekookt vlees van HG dieren en de controles.
Pluimvee |
Paneel | ||||
---|---|---|---|---|
| ||||
alle |
Waarschuwing | ||
---|---|---|
| ||
|
...