Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Assimilatielicht is een aanvulling op het natuurlijke zonlicht. De assimilatiebelichting bevindt zich overdag altijd in een achtergrond van zonlicht, samen vormen ze de totale kwantiteit en kwaliteit van het licht. In een achtergrond van zonlicht, zullen de effecten van het spectrum en de energie van het assimilatielicht verschillen van situaties waar assimilatielicht de enige aanwezige vorm van straling is. Wanneer er bijvoorbeeld verlicht wordt voor zonsopgang spelen effecten van het spectrum en de energieverdeling van lampen een grotere rol dan diezelfde belichting in de achtergrond van zonlicht (afhankelijk van de intensiteit). Het effect van assimilatielicht verschilt ook per seizoen. In de wintermaanden is er in Nederland veel minder straling van de zon, belichting heeft dan grotere effecten op de teelt. In de meeste teelten wordt in de zomer dan ook nauwelijks belicht, terwijl in de winter de belichting 80% van de totale lichtsom kan uitmaken. Neemt het aandeel natuurlijk licht toe dan zullen de effecten van de belichting relatief afnemen. De mate daarvan is afhankelijk van de combinaties van werkingsmechanismes die actief zijn. In het werkingsmechanisme van lichtkleuren worden verschillende principes erkent:

  • De plant reageert met toenemende intensiteit van een kleur steeds sterker; een dosis-response reactie. De dosis-response laat bij hogere intensiteit een afnemende toename van het effect zien.
  • Er moet een drempelwaarde worden overschreden om een reactie te krijgen, daarboven is de response gelijk. Een aan/uit reactie. 
  • De plant reageert op de verhouding tussen twee lichtkleuren. Een voorbeeld hiervoor is de rood:verrood verhouding die de status van het fytochroom bepaald.
Urgent

Het spectrum van de globale straling dat de kas bereikt, is niet constant hetzelfde. De zonnestand, de geografische breedte, het tijdstip van de dag en de mate van bewolking hebben allen effect op de spectrale verdeling. Zonlicht wordt door de de atmosfeer gefilterd. Het aandeel blauw licht en het aandeel verrood licht is hoger tijdens de schemeruren. Tijdens de schemering legt licht namelijk een langere afstand af door de atmosfeer, hierdoor neemt de verstrooiing van licht toe. De dagelijkse duur van de schemering is afhankelijk van de zonnestand en dus van de geografische breedte en het seizoen. 

Tevens neemt de dikte van deze ozonlaag toe met toenemende geografische breedte, waardoor de UV straling afneemt. In de loop van het jaar neemt de UV stralingsintensiteit in de zomermaanden toe. Anders dan bij de UV straling is het aandeel NIR straling (800 – 3.000 nm)  bij een lagere zonnestand groter en bij een hogere zonnestand kleiner. Daarnaast neemt het aandeel NIR straling af bij toenemende bewolking.