Het fotosyntheseproces bestaat uit twee deelprocessen: de lichtreactie en de donkerreactie. In de lichtreactie wordt de energie van licht omgezet in chemische energie (ATP en NADPH) door fotosystemen II en I. Het licht wordt geabsorbeerd door pigmenten (zoals chlorofyl) die zich in de chloroplasten bevinden. De energie uit een geabsorbeerd foton wordt overgedragen op een elektron, deze gaat dan vanuit de grondtoestand naar een “aangeslagen” toestand met een hoger energieniveau. In aangeslagen toestand is een elektron instabiel en valt het snel terug naar de grondtoestand of draagt het de energie af. Dit kan op vier manieren: - Er wordt een foton met een langere golflengte afgestaan: fluorescentie
- De energie wordt omgezet in warmte
- De energie wordt overgedragen aan een ander molecuul
- De energie wordt overgebracht naar een reactiecentrum van een fotosysteem en kan gebruikt worden om ATP en NADPH te vormen.
ATP en NADPH (energie) worden in de donkerreactie gebruikt om suikers te maken uit CO2 (C6H12O6).
Schematische weergave van de fotosynthese met daarin de deelprocessen van de lichtreactie en de donkerreactie. Schematische weergave van het elektronentransport van fotosysteem II naar fotosysteem I. |