De lange vezels hebben de hoogste kwaliteit; ze zijn sterker, fijner, minder harig en regelmatiger dan de kortere vezels. De vezelfijnheid is een gevolg van het splijten tijdens het zwingelen The long fibres have the highest quality; they are stronger, finer, less hairy, and more regular than the shorter fibres. The fibre fineness is a result of splitting during scutching (§7.1.1), hekelen hackling (§7.1.3) en de verdere voorbewerking and further pre-processing (§7.1.4). Hierdoor kunnen de lange vezels tot veel fijner garens gesponnen worden dan de kortere vezels. Bij het spinnen worden de vezels in het voorgaren (‘wiek’) verder verfijnd en om elkaar gedraaid (getwist), waardoor het garen (ook ‘draad’ genoemd) zijn stevigheid verkrijgt.
De lange vezels worden meestal nat gesponnen via het systeem van ringspinnen (Schema). Het voorgaren (‘rove’ boven in de figuur) loopt door een warm waterbad van 60 à 70 °C (Foto), waardoor de nog resterende lijm (pectine) tussen de vezels zacht wordt en de vezels tijdens het spinnen zich vrijer ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en daardoor zich idealer in het garen kunnen positioneren/oriënteren. Vervolgens passeren de vezels het uitrekveld waarbij het voorgaren tot 18 maal verfijnd kan worden, of tot de gewenste garenfijnheid. Tenslotte worden de vezels versponnen tot garen doordat een ronddraaiende geleider (‘wire traveler’ onder in de figuur) een twist aan het garen geeft; elke rotatie zorgt voor één twist in het garen.
De productiesnelheid bij ringspinnen wordt gelimiteerd doordat het opwikkelen van het garen gekoppeld is aan het twisten van het garen. Op een ringspinmachine kan een twist gegeven worden van ongeveer 300 tot 700 rotaties per minuut. Het natspinnen van bastvezels is een kost-intensievere technologie dan het spinnen van korte stapelvezels met behulp van rotorspinnen This allows the long fibres to be spun into much finer yarns than the shorter fibres. During spinning, the fibres on a rove bobbin are further refined and twisted around each other, giving the yarn (also called 'thread') its strength.
The long fibres are usually wet spun via the ring-spinning system (Figure 35). The wick ('rove' at the top of the figure) passes through a hot water bath at 60-70 °C, which softens the remaining glue (pectin) between the fibres and allows the fibres to move more freely during the spinning process and therefore position/orient themselves more ideally in the yarn. Subsequently, the fibres pass through the drafting zone where the rove can be refined to the desired yarn fineness, up to 18 times. Finally, the fibres are spun into yarn by a rotating guide ('wire traveller' at the bottom of the figure) which creates a twist in the yarn; each rotation creates one twist in the yarn.
The production speed in ring spinning is limited by the fact that winding the yarn is linked to twisting the yarn. On a ring spinning machine, a twist can be given from about 300 to 700 rotations per minute. Wet spinning of bast fibres is a more cost-intensive technology than spinning short staple fibres using rotor spinning (§7.3.2).
De dikte van een garen wordt aangegeven met het zogenaamde garennummer The thickness of a yarn is indicated by the so-called yarn number (§7.1.6). De fijnste garens worden verkregen wanneer de voorgarens voorafgaand aan het spinnen worden gebleekt. Natspinnen levert fijne, gladde, regelmatige doch redelijk hard aanvoelende en glanzende garens op die verwerkt worden tot kleding en interieurtextiel. Met natspinnen kunnen garens verkregen worden met garennummer in de range Nm 26 tot 39.
Bij het proces van halfnat spinnen loopt het garen na het uitrekveld tegen een koperen likwals (Figuur 37). De wals draait rond in een bak met water. Het garen wordt hierdoor iets gladder, maar behoudt het karakter van drooggesponnen garen: pluiziger, minder sterk, grover en geen ‘eeuwige’ glans.
Typische toepassingen van garens van lange vezels zijn kleding en interieurtextiel.
Spinners van ‘lange vezels’
Safilin (Béthune, Frankrijk & PolenThe finest yarns are obtained when the fibres are bleached prior to spinning. Wet spinning produces fine, smooth, regular but fairly hard touch and shiny yarns that are processed into clothing and interior (home) textiles. Wet-spun yarns can be obtained with yarn numbers in the range Nm 26 to 39.
In the process of semi-wet spinning, the yarn passes over a copper dip roller after the drafting zone (Figure below). The roller rotates in a water bath. The water makes the yarn slightly smoother but it retains the character of dry-spun yarn: fluffier, weaker, coarser and no ‘eternal’ lustre.
Typical applications of long fibre yarns are clothing and interior textiles.
| Informatie |
|---|
Spinners of ‘long fibres’
|
| Informatie |
|---|
Constructeurs van ringspin machines voor ‘lange vezels’Manufacturers of ring spinning machines for 'long fibres'
|
[1] Els Janssens, ‘Garentechnologie ‘Yarn technology 1: mechanisch spinnen’, Cursus mechanical spinning’ (Dutch), Course 2019-2020. https://issuu.com/communicatie-hogent/docs/garentechnologie_1
[2] Khan et al., Journal of Textile Science and Technology, 2020, 6, 19-39, https://www.scirp.org/pdf/jtst_2019122416553807.pdf