Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Veredelen omvat een reeks van behandelingen die op textielmaterialen worden uitgevoerd om eigenschappen te verbeteren of om nieuwe eigenschappen toe te voegen. Op 3 plaatsen in het proces van hennepvezels tot textiel (doek) kan veredeling plaatsvinden.

...

Overzicht van veredelingsprocessen:

Zengen

Uitstekende vezels worden afgebrand. Dit wordt vooral toegepast op weefsels van cellulose vezels zoals katoen, hennep en vlas. Hierdoor wordt het weefsel gladder en zachter en voorkomt ‘pilling’ en harigheid tijdens de volgende processen.

Ontsterken

Verwijderen van sterkmiddelen die als hulpmiddel voor het weven werden aangebracht op de kettingdraden Finishing comprises a series of treatments performed on textile materials to improve properties or add new properties. Finishing can take place at 3 points in the process from hemp fibre to textile (cloth).

...

Overview of finishing processes:

Singeing
Protruding fibres are burned from the fabric. This is mainly applied to fabrics made of cellulose fibres such as cotton, hemp and flax. This makes the fabric smoother and softer and prevents 'pilling' and hairiness during subsequent processes.

Desizing
Removal of sizing agents applied to warp yarns as an aid to weaving (§7.4.1). De sterkmiddelen worden verwijderd om de opname van kleurstoffen en veredelingsproducten in volgende processtappen te vergemakkelijken. Hiervoor kunnen eventueel enzymen gebruikt worden.

Getwijnde garens moeten niet gesterkt worden en dus ook niet ontsterkt worden.

Wassen

Wassen met detergent (zeep) om verontreinigingen, spinoliën of wateroplosbare hulpmiddelen van een vorig proces te verwijderen.

Extraheren

Verwijderen van natuurlijke begeleidingsstoffen zoals vetten, wassen en pectines; door koken onder druk met natriumhydroxyde (zogenaamd kierkoken), of door enzymatische hydrolyse.

Bleken

Verwijderen van natuurlijke pigmenten die in natuurlijke vezels aanwezig zijn. Bleken is noodzakelijk als men lichte tinten wil verven.

Merceriseren

Verhogen van de glans, sterkte en verfbaarheid van garens en weefsels van hennep (en vlas en katoen). Het weefsel wordt onder spanning behandeld met een hoge concentratie natriumhydroxide.

Verven

Het verven van hennep kan op dezelfde manier gebeuren als voor vlas en katoen; men kan gebruik maken van dezelfde kleurstofklassen (Tabel 7) en verfmachines.

Voor het verven van textiel zijn meerdere machines inzetbaar. De keuze voor een verfapparaat hangt af van het textielmateriaal (garen, weefsel, breisel, non-woven), de keuze van kleurstofklasse en het gewenste eindresultaat. Het verven kan discontinu, semi-continu of continu gebeuren.

Het verven gebeurt in verschillende fasen:

  • Aanmaken van het verfbad

  • Kleuren

  • Fixeren

  • Wassen en spoelen

  • Ontwateren en drogen

 

Tabel:  Kleurstofklassen, verfprincipes en eigenschappen van textielverfmethoden.

...

Kleurstofklasse

...

Verfprincipe

...

Eigenschappen

...

directe

...

Diffusie van de kleurstoffen vanuit een waterige oplossing in de vezel. Ze hechten zich door zwakke secundaire bindingen aan de vezel.

...

Lage nat –en zweetechtheid. Lichtechtheid varieert afhankelijk van kleur. Groot kleurenspectrum.

...

kuip

...

Onoplosbare kleurstoffen die tijdelijk oplosbaar gemaakt worden zodat ze het textielmateriaal kunnen verven. Na doordringen in de vezels worden de kleurstoffen terug omgezet in de onoplosbare vorm.

...

Goede lichtechtheden. Kleiner kleurenspectrum met doffe tinten (weinig rode tinten). Dure kleurstoffen.

...

zwavel

...

idem kuipkleurstoffen

...

Minder goede licht- en chloorechtheid. Klein kleurenspectrum met enkel doffe tinten maar bevat wel een mooi zwart. Goedkope kleurstoffen.

...

reactieve

...

De kleurstoffen gaan een sterke chemische binding aan met de vezel. Ook geschikt voor het bedrukken.

...

Heel goede was- en wrijfechtheid. Matige licht- en bleekechtheid. Groot kleurenspectrum (iets minder dan de directe) met briljante tinten. Duurder verfproces.

...

pigmenten

...

Pigmenten worden met een bindmiddel aan de buitenkant van de vezel gehecht. Ze worden vooral toegepast bij het bedrukken.

...

The sizing agents are removed to facilitate the absorption of dyes and finishing products in subsequent process steps. Enzymes can possibly be used for this purpose.
Twined yarns do not need to be sized and therefore do not need to be desized.

Washing
Washing is performed with detergent (soap) to remove contaminants, spin oils or water-soluble products from the previous processing.

Extraction
Removal of natural substances such as fats, waxes and pectin; by pressure cooking with sodium hydroxide, or by enzymatic hydrolysis.

Bleaching
Removal of natural pigments present in natural fibres. Bleaching is necessary if one want to apply light shade dyes.

Mercerisation
Increasing the lustre or bloom, strength and dyeability of yarns and fabrics made of hemp (and flax and cotton). The fabric is treated under tension with a high concentration of sodium hydroxide.

Dyeing
Dyeing of hemp can be done in the same way as for flax and cotton; one can use the same dye classes (Table below) and dyeing machines.
Several machines can be used for dyeing hemp textiles. The choice of dyeing machine depends on the textile material (yarn, woven fabric, knitted fabric, non-woven), the choice of dye class and the desired end result. Dyeing can be discontinuous, semi-continuous or continuous.

Dyeing is done in several stages:

  • Preparation of the dye bath

  • Colouring

  • Fixing

  • Washing and rinsing

  • Dehydrating and drying

Table:  Dye classes, dyeing principles and properties of textile dyeing methods.

Dye class

Dyeing principle

Features

direct

Diffusion of the dyes from an aqueous solution into the fibre. They bind to the fibre by weak secondary bonds.

Poor wet- and sweat resistance. Lightfastness varies depending on colour. Large colour spectrum.

vat

Insoluble dyes are made temporarily soluble so they can dye the textile material. After penetrating the fibres, the dyes are converted back to the insoluble form.

Good lightfastness. Smaller colour spectrum with dull shades (few red tones). Expensive dyes.

sulphur

idem as vat

Less good light and chlorine fastness. Narrow colour spectrum with only dull shades but contains a nice black. Cheap dyes.

reactive

The dyes form a strong chemical bond with the fibre. Also suitable for printing.

Very good washing and rubbing resistance. Moderate light and bleach fastness. Large colour spectrum (slightly less than direct) with brilliant shades. More expensive dyeing process.

pigments

Pigments are bonded with an agent to the outside of the fibre. They are mainly used in printing.

Good light fastness. Moderate washing and rubbing resistance.