Weven is een techniek waarmee garens rechthoekig kruisend vervlochten worden tot stoffen. De garens in de lengterichting worden kettinggarens (‘scheringdraden’) genoemd en de garens die daar loodrecht doorheen gevlochten worden heten inslaggarens. Met behulp van de schachten kunnen de kettinggarens uit elkaar verwijderd (‘opgetild’) worden waardoor een opening ontstaat waarin het inslaggaren aangebracht kan worden. Na iedere inslag wordt een andere groep kettinggarens met behulp van een schacht opgetild en wordt een volgend inslaggaren in de opening (ook ‘sprong’ of ‘gaap’ genoemd) aangebracht.
Afhankelijk van de manier waarop de kettinggarens door de verschillende schachten zijn gestoken en de volgorde waarmee de schachten de kettinggarens ‘optillen’, kunnen verschillende patronen gemaakt worden. Enkele voorbeelden zijn gegeven in onderstaande figuurWeaving is a technique by which yarns are interwoven rectangularly to form fabrics. The longitudinal yarns are called warp yarns and the yarns woven perpendicularly through them are called weft yarns. Using the shafts, the warp yarns can be moved apart from each other ('lifted'), creating an opening into which the weft yarn can be inserted. After each weft, another group of warp yarns is lifted using the shaft and the next weft yarn is inserted into the opening.
Depending on how the warp yarns are inserted through the different shafts and the order in which the shafts lift the warp yarns, different patterns can be made. Some examples are given in the Figure below.
Het inbrengen van de inslag in de opening (‘gaap’) kan op verschillende manieren gebeuren, namelijk door middel van een schietspoel (vroeger), grijpers, projectiel, lucht -en/of waterstraal.
Natgesponnen hennepgaren kan geweven worden op grijpergetouwen; het weven met luchtgetouwen zorgt voor meer problemen. Gecotoniseerde vezels, zowel ringgesponnen als rotorgesponnen, kunnen met zowel grijper- als luchtgetouw geweven worden.
Onderstaande tekening toont het principe van de overdracht van de inslag volgens het dubbelgrijpersysteem. De inslag (rood) zit in de grijpergever (links) en de top van de inslag vormt als het ware een brug in de grijperkop. De grijpernemer (rechts) beweegt in de grijpergever waarbij de “haak” van de grijpernemer voorbij de inslag beweegt. Op het moment dat de grijpernemer terugkeert naar rechts grijpt de “haak” van de grijpernemer de inslag, klemt deze vast en transporteert de inslag verder door de opening.
Garen op basis van gecotoniseerde hennepvezel kan geweven worden met een luchtgetouw. Hierbij wordt de inslag via een voorafwikkelaar via verschillende luchtblazers in estafettevorm door de opening (‘gaap’) gevoerd. Hierna wordt de inslag aangeslagen door het riet en begint de cyclus opnieuw. De inslag wordt aan beide zijden van het doek afgesnedenInserting the weft into the shed opening can be done in various ways, namely by means of a weaving shuttle (in the past), rapiers, projectile, air jet and/or water jet.
Wet-spun hemp yarn can be woven on rapier loom or rapier weaving machine; weaving with an air jet loom causes more problems. Cottonised fibres, ring spun or rotor spun, both can be woven on gripper or air jet looms.
The scheme below shows the principle of weft transfer according to the double rapier system. The weft (red) is in the insert gripper (left) and the top of the weft forms a bridge, so to speak, in the gripper head. The receiving gripper (right) moves in the insert gripper where the "hook" of the receiving gripper moves past the weft yarn. At the moment the receiving gripper returns to the right, the "hook" of the receiving gripper grasps the weft, clamps it and transports the weft further through the opening.
Yarn based on cottonised hemp fibre can be woven using an air jet loom. In this process, the weft is fed through a ‘pre-winder’ via several air blowers in relay procedure through the shed opening. After the weft is struck by the reed the cycle begins again. The weft is cut on both sides of the fabric.
[1] Motiv, ‘Aankoopwegwijzer voor circulair textiel 1 – Module 3B: Doeken uit textile’, https://data.secureserver.be/databases/bedrijven.nsf/webopen/downloads/$file/GDCA3Bdoeken.pdf
[2] Joke Nientker, ‘Fragment stof AM-1993-65-5, van textielloodje uit scheepswrak Aanloop Molengat’, 2011,
[3] Geert de Smedt, ‘Weven’, Cusus 2020-2021.