Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Vóór het weven dienen de ketting-garens eerst in gewenst aantal en op de gewenste lengte op een zogenaamde scheerboom gewikkeld te worden; dit heet dan een kettingboom.

Het maken van een kettingboom gebeurt in 2 stappen. Eerst wordt het gewenste aantal ketting-garens op een trommel gewikkeld tot de gewenste lengte, met een zogenaamde scheermolen of conusscheermachine (Figuur 41). Vervolgens worden de garens op volle breedte overgewikkeld op de kettingboom van het weefgetouw.

...

De ketting dient voldoende sterk en glad te zijn om zonder problemen te kunnen weven. Indien het garen te pluizig of zwak is voor de gewenste weefbinding, wordt de ketting van de weefboom ingesmeerd met zogenaamde sterkmiddelen. Deze worden na het weven weer verwijderd (‘ontsterken’, §7.4.4).

Natgesponnen (hennep)garen behoeft niet gesterkt te worden.

Vervolgens dienen de kettingdraden door zogenaamde hevels in 2 of meer kammen (ook ‘schachten’ genoemd) te worden gestoken (‘rijgen van de kammen’). Dit gebeurt volgens een vooraf bepaald patroon. Tenslotte dienen de kettingdraden door een zogenaamd riet gestoken te worden. Dit riet op het weefgetouw is een langwerpig raam en dient om de kettingdraden evenwijdig te houden, om de inslag (grijper) te geleiden en de aangebrachte inslag aan te slaanBefore weaving, the warp yarns should first be wound in desired number and length on a so-called warp beam.

Making a warp is done in two steps. First, the desired number of warp yarns are wound onto a drum to the desired length using a so-called sectional warping machine or cone warping machine (Figure below). Next, the yarns are rewound full-width onto the warp beam of the loom.

...

The warp yarn should be sufficiently strong and smooth to weave without difficulty. If the yarn is too fluffy or weak for the desired weave, the warp of the loom is sized with sizing agents. These are removed again after weaving, called desizing (§7.4.4). Wet-spun hemp yarns do not require sizing.

Next, the warp yarns have to be inserted through healds or heddles into 2 or more shafts. This is done according to a predetermined pattern. Finally, the warp yarns have to be threaded through a reed of the loom. This reed is an elongated frame and serves to keep the warp yarns parallel, to guide the weft rapier and to strike the applied weft.