Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Informatie van voorouders

Als een dier wordt geboren, of zelfs al als een embryo beschikbaar is, wil een fokker graag weten wat de waarde van dit individu is voor de fokkerij. Is het dier alleen geschikt om te bedoelde functie uit te oefenen, dus te produceren, of kan hij het dier ook gebruiken als ouderdier voor de volgende generatie? Kan hij het dier gebruiken om toekomstige generaties te verbeteren? De eerste optie is om de stamboom en alle informatie van de voorouders te bestuderen. De informatie van de ouders is heel waardevol omdat de additief genetische relatie tussen ouders en hun nakomelingen 0,5 is. Informatie van grootouders en verdere voorouders is alleen waardevol wanneer de informatie van ouders afwezig of beperkt aanwezig is. Immers, allelen die niet worden overgedragen van grootouders naar ouders zullen niet meer aanwezig zijn in het dier (kleinkind) van de huidige generatie. Stamboominformatie is heel bruikbaar wanneer de eigenschap of de prestatie van een dier (nog) niet bepaald is. Je kunt denken aan de selectie van mannelijke dieren voor eigenschappen die alleen in vrouwelijke dieren worden geuit, of als je wil selecteren voor eigenschappen die pas na de puberteit tot uiting komen.

Informatie van het dier zelf

Zodra een eigenschap gemeten kan worden aan het dier zelf, vermindert de waarde van de informatie van familieleden. De reden hiervoor is dat op dit moment bekend is welke 50% van de genetische waarde van de ouders naar de nakomeling is gegaan. Eigen informatie is erg waardevol als een eigenschap een hoge erfelijkheidsgraad heeft. Dan hebben meetfouten of omgevingsfactoren weinig effect op dit soort eigenschappen.

Informatie van broers en zussen

Bij sommige diersoorten, zoals kippen en varkens, zijn er families met volle broers en zussen. Bij kippen kunnen hanen en hennen herhaaldelijk gepaard worden en zo kunnen ze honderden volle broers en zussen produceren. Bij varkens is de gemiddelde toomgrootte 14 biggen en dat zijn dus allemaal volle broers en zussen. De additief genetische relatie tussen volle broers en zussen is 0,5 en dit betekent dat deze familieleden inderdaad informatie geven over de fokwaarde van het individu in kwestie. Wanneer volle broers en zussen gedurende een tijdstraject achter elkaar worden geboren (kippen) hebben oudere broers en zussen waarschijnlijk meer informatie beschikbaar voor een jongere broer of zus. in de vakensfokkerij wordt selectie van broers en zussen gebruikt. Hier worden bijvoorbeeld karkasgegevens van een geslachte broer of zus gebruikt als informatie voor de karkaseigenschappen van een volle broer of zus die geselecteerd wordt voor de fokkerij. Bij honden kunnen blinde geleidehonden informatie geven over de toekomstige prestatie van broers of zussen die geselecteerd worden om blinde geleidehond te worden. Bij veel diersoorten worden mannelijke dieren met veel verschillende vrouwelijke dieren gepaard en op deze manier worden half broers en –zussen gecreëerd. De additief genetische relatie tussen half broers en –zussen is niet heel hoog (0,25). Informatie van een enkele half broer of –zus heeft niet veel toegevoegde waarde voor een individu. Wanneer veel half broers en –zussen beschikbaar zijn, is de informatie waardevoller.

Informatie van nakomelingengroepen van volle en half broers en -zussen

Bij de meeste diersoorten hebben mannelijke dieren een relatief grote groep van half broers en –zussen als nakomelingen. Het meest uitgesproken voorbeeld hiervan zijn stieren in de melkveehouderij die worden gebruikt in kunstmatige inseminatie (KI) programma’s. In de traditionele fokprogramma’s voor melkvee produceren jonge stieren een eerste nakomelingengroep van halfzusters. Deze eerste groep van meestal meer dan 50 dochters, allen met een additief genetische relatie met de vader van 0,5, is een heel informatieve groep. Bij sommige soorten zoals varkens, kippen en honden worden ook nakomelingengroepen van volle broers en zussen geboren. De individuen binnen een toom hebben allemaal een additief genetische relatie van 0,5 met hun vader en hun moeder. Nakomelingengroepen met volle broers en zussen kunnen een zeer waardevolle bron van informatie zijn.

Combinatie van informatiebronnen

In fokprogrammas wordt de geregistreerde data van dieren continu opgeslagen in databases. Deze databases bevatten eigenschappen van voorouders, levende fokdieren die geselecteerd kunnen worden, hun boers en zussen en hun nakomelingen. Voor levende dieren die geselecteerd kunnen worden voor de fokkerij kan al deze data gecombineerd worden met statistische methoden om hun fokwaarde te schatten. Het aantal generaties tussen het te selecteren dier en het dier waarvan waardevolle informatie is opgeslagen in de database bepaalt de additieve relatie en de bruikbaarheid van deze informatie voor het schatten van de fokwaarde van het te selecteren dier. Verder hangt de waarde van informatie af van het soort eigenschap (geslachtsgebonden, wanneer kan het gemeten worden etc.). Ook het aantal familieleden met data is belangrijk: één kleindochter met karkas informatie is niet erg informatief voor de genetische waarde van een grootvader, maar wanneer er duizenden kleindochters zijn met informatie, zoals in de varkenshouderij, dan is dit wel erg waardevol.