Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
Tijdens de bewaring ontstaan onder droge en warme omstandigheden (boven 20°C) op beschadigde buitenste bolrokken aan de binnenzijde daarvan bruine verkleuringen, die geheel of ten dele zijn bedekt met een blauwgroene schimmel- en sporenmassa. |
...
...
...
...
...
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
...
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
...
...
Herkenning |
---|
Tijdens de bewaring ontstaan onder droge en warme omstandigheden (boven 20°C) op beschadigde buitenste bolrokken aan de binnenzijde daarvan bruine verkleuringen, die geheel of ten dele zijn bedekt met een blauwgroene schimmel- en sporenmassa. Deze verkleuring schemert aan de buitenzijde door als een grauwe tot violetbruine plek. Onder koelere en vochtige omstandigheden ontstaan op de buitenste rok op de plaats van de beschadiging bruinachtige plekken die zich tijdens de bewaring uitbreiden en waarop een blauwgroene schimmel- en sporenmassa aanwezig is (foto) . De onderliggende, onbeschadigde bolrok, de bolbodem en de spruit worden tijdens de bewaring verder niet aangetast. Wanneer de aantasting echter begint op de klister die onder de bruine huid aanwezig is, dan kan de aantasting zich bij sommige cultivars wel via de bolbasis uitbreiden waardoor de bol verloren gaat. Na het planten kan de ziekte zich langzaam uitbreiden in de overige bolrokken. Als de aantasting al tijdens de bewaring ernstig was, vertoont ook de plant ziekteverschijnselen, zoals achterblijvende groei, een wat spichtige vorm en bleekgroen blad. Als tijdens de bollenteelt te velde de verterende rokken van de moederbol sterk doorwoekerd zijn door Penicillium kunnen zich op de nog witte huiden van de nieuwe, jonge bollen bruine stipjes en vlekken ontwikkelen; op die plaatsen scheurt de huid gemakkelijk. Ook op de onderliggende buitenste rok van de jonge bollen kunnen daarbij symptomen ontstaan; deze blijven beperkt tot kleine bruine stippen of vlekken. Bij de oogst zijn de oude rokken van de moederbol minder ver leeggezogen en daardoor vleziger dan normaal. De symptomen op de jonge bollen veranderen tijdens de bewaring niet en hebben geen gevolgen voor de broei of doorteelt. |
...
Levenswijze |
---|
De mate waarin de bollen worden aangetast door Penicillium wordt mede bepaald door het moment waarop de bol wordt beschadigd. Vooral op verwondingen die laat (na augustus) ontstaan, vestigt de schimmel zich gemakkelijk en kan de aantasting zich snel uitbreiden. Wanneer vers verwond weefsel enkele uren of langer nat wordt gehouden (bijvoorbeeld door spoelen van de bollen of door deze te planten in vochtige grond) vindt geen aantasting plaats. Bollen die vroeg (met geheel witte huid) zijn gerooid en bij tamelijk lage temperatuur onder onvoldoende droge omstandigheden zijn bewaard, kunnen ook aangetast worden door Penicillium. De huid van de bollen raakt dan bedekt met grijsgroen schimmelpluis, maar de onderliggende bolrok is daarbij niet aangetast. Dergelijke bollen vormen in het algemeen een normale plant. |
...
Maatregelen |
---|
...
|
...
|
...
|
...
|
...
|
...
Meer |
---|
...
informatie |
---|
...