Fokkerij in de vleesveesector
In Nederland zijn er 11 erkende vleesveerassen, die allemaal hun eigen rasstamboek hebben, die weer verenigd zijn in een federatie. De rassen Verbeterd Roodbont en Belgisch Witblauw zijn de zgn. dikbilrassen met dubbelbespierde aanleg. De andere rassen zijn Blonde d’Aquitaine, Aberdeen Angus, Charolais, Dexter, Hereford, Limousin, Marchigiana, Piemontese en Wagyu. In de steeds kleiner wordende en versnipperde sector is één van de uitdagingen om voldoende dieren in te blijven schrijven via stamboekregistratie. Zonder deze registratie is er geen fokwaardenschatting mogelijk. Het aantal raszuivere (>= 87,5% rasaandeel) vrouwelijke stamboekgeregistreerde dieren is voor de gezamenlijke vleesveerassen in 10 jaar tijd afgenomen van ruim 75.000 in 2010 naar ruim 37.000 in 2020 (bron CRV, 2021).
Fokprogramma's
Het doel van een fokprogramma is om een ras genetisch te verbeteren. Het programma bevat het fokdoel en een plan om daar te komen (bijvoorbeeld selectie, paringsschema en voortplantingsmethode). Leden van het fokprogramma werken samen naar het gestelde doel toe. Fokkerij is van invloed op kenmerken van runderen en kan bijdragen aan beter dierenwelzijn, verminderde emissies door een hoge voederconversie (hoeveel kilogram vlees uit een kilogram voer) en een verhoogd rendement voor de veehouder. Ook de maatschappelijke vraag om vlees met een hoog dierenwelzijn en gezonde dieren linkt aan fokkerij. Verder is er ook fokkerij op basis van exterieur. In de melkveehouderij is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van fokprogramma's. Voor de vleesveehouderij lag dat anders. De belangrijkste reden was het ontbreken van geschikte kengetallen voor de selectie op vleesproductiekenmerken. Voor een betrouwbare fokwaardeschatting voor vleesproductiegeschiktheid zijn de slachthuisgegevens (slachtdatum, geslacht, gewicht, SEUROP-klasse) van ongeveer vijftig nakomelingen nodig. Deze nakomelingen moesten als vleeskalf of vleesstier gemest zijn en worden vergeleken met koppelgenoten (Schuring, 2000). Hoewel het nog niet breed ingezet is, is het mogelijk om een fokwaardescan te maken van de dieren terwijl zij nog leven. Bij deze scan wordt eerst de vetdiepte van het dier bepaald bij zowel de romp als de ribben. Van deze metingen wordt de gemiddelde vetdiepte bepaald. Op de plek van de rib-eye wordt een scan genomen om de marmering te bepalen. De vetdiepte en de marmering samen geven informatie over de vleeskwaliteit van de koe (VeeteeltVlees, 2021). Op deze wijze is het mogelijk om een passende dekstier uit te kiezen om de fokwaarde te verbeteren.
De fokwaarden worden uitgedrukt in de zogenoemde Estimate Breeding Values (EBV). Met deze EBV kun je dieren selecteren en paringen maken. Naast de gescande gegevens worden bij de berekening ook andere gegevens meegenomen zoals het geboortegewicht en de mate waarin bij de verlossing is geholpen. De dieren worden gescand als ze 10 en 24 maanden oud zijn (Groen Kennisnet, 2016).
Eigenschappen vleesvee
Een van de doelen van fokkerij is het zorgen dat de rund de juiste eigenschappen heeft voor bevleesdheid en vetbedekking. Runderen worden na het slachten geclassificeerd. In Nederland wordt dit visueel gedaan. Het karkas wordt volgens een Europees schema ingedeeld op basis van categorie, bevleesdheid en vetheid. De categorie wordt toegewezen op basis van leeftijd en geslacht. De bevleesdheid wordt beoordeeld volgens het SEUROP schema, waarbij S de hoogste beoordeling is voor superieur vlees en P de laagste beoordeling voor een karkas met geringe bevleesdheid en beperkte spierontwikkeling. De vetbedekking wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot 5, waarbij 1 een geringe vetbedekking is en 5 een zeer sterk vervet dier is.
Informatie |
---|
Verder lezen over fokkerij en keizersneden bij dikbilrassen |
Tabel 4.1 - Vleesrassen en eigenschappen.
Ras | Gewicht (kg) Stier – koe | Schofthoogte (cm) Stier – koe | Bevleesdheid | Vetaanzet | % moeilijke geboortes |
Belgisch Witblauw | 1150-700 | 145-135 | Zeer royaal | Gering | Zeer hoog |
Aberdeen Angus | 550-850 | 125-150 | Soms zeer royaal | Gering | Vrij laag |
Limousin | 1050-600 | 140-135 | Zeer royaal | Niet uitgesproken laag | Laag |
Charolais | 1150-750 | 145-135 | Royaal | Zeer gering | Hoog |
Blonde d’Aquitaine | 1100-750 | 150-140 | Soms zeer royaal | Gering | Vrij laag |
Piëmontese | 900-550 | 140-130 | Zeer royaal | Gering | Sterk stierafhankelijk |
Marchigiana | 1100-650 | 155-145 | Zeer goed | Gering | Vrij laag |
Verbeterd Roodbont | 1250-850 | <125 | Zeer royaal | Gering | Zeer hoog |
Vleesrassen in relatie tot duurzaamheidskeurmerken
Vanuit verschillende keurmerken worden voorwaarden gesteld aan vleesrassen. In de meeste gevallen heeft dit betrekking op het afkalfgemak van de moederdieren en mogelijke keizersnedes. Verschillende keurmerken stellen elk hun eigen eisen. Keurmerken zoals EKO (een keurmerk met aanvullende eisen voor biologische producten) en Beter Leven willen dat er een selectie plaatsvindt op vleesrassen die voldoende afkalfgemak hebben; het is verboden om Belgisch Witblauw en Verbeterd Roodbont als vleesras in te zetten, omdat deze rassen zorgen voor routinematige keizersnedes (SKAL, 2021; Beter Leven, z.d.). Meer informatie over keizersnedes is te vinden bij hoofdstuk 4.1.2. Duurzaamheid.
Demeter is een internationaal biologisch-dynamisch keurmerk welke verder gaat dan enkel het verbieden van bepaalde vleesrassen. Onder het Demeter keurmerk is het niet toegestaan KI-stieren in te zetten die zijn gefokt met behulp van embryotransplantatie-technieken. Inzet van gesekst sperma om uitsluitend mannelijke of uitsluitend vrouwelijke nakomelingen te krijgen is niet toegestaan. Het is niet toegestaan te fokken of te kruisen met rassen die ver zijn doorgekruist ten gunste van eenzijdige productiedoelen, ten koste van goede gezondheid en gewenste houderij-eigenschappen. Bij Demeter is het bijvoorbeeld niet toegestaan runderrassen te gebruiken die zijn geselecteerd op de dikbilfactor, zoals Belgische Witblauwen en Verbeterd Roodbont. Fokken met genetisch hoornloze mannelijke dieren ten behoeve van de runder- en geitenhouderij (melk- en vleesproductie) is niet toegestaan. Ook het aankopen van dieren (koeien en geiten) die gefokt zijn vanuit genetisch hoornloze ouders is niet toegestaan (Demeter, 2020).