Pagina-vergelijking

Het tabaksratelvirus (TRV) kan leiden tot stengelbontverschijnselen in het blad van de aardappelplant en tot kringerigheid in de knol. De bladverschijnselen kunnen zeer variabel zijn van afwisselend lichtere en donkere vlekken tot gele vlekken.

Ook de bladsteel en de stengel kunnen aantastingsverschijnselen vertonen. Aangetaste knollen laten bij doorsnijden necrotische vlekjes zien, die soms ringvormig zijn, vandaar de naam kringerigheid. Soms zijn ook aan de buitenzijde van aangetaste knollen necrotische vlekjes zichtbaar. Kringerigheid kan leiden tot afkeuring in de pootgoedteelt, aangetaste partijen zijn minder geschikt voor verwerking of voor consumptiedoeleinden.

Het TRV virus wordt in de grond overgebracht door vrijlevende wortelaaltjes van de geslachten Trichodorus of Paratrichodorus. Veel onkruidsoorten, gewassen en groenbemesters zijn waardplanten voor het virus en voor de aaltjes, die het virus overbrengen. Sommige aardappelrassen zijn wel gevoelig voor het virus, maar ontwikkelen geen kringerigheid in de knol. Deze rassen noemen we symptoomloze dragers. Het virus is ook door het pootgoed overdraagbaar.

De mate waarin het aardappelgewas verschijnselen laat zien van een TRV aantasting is afhankelijk van het type aaltje, dat op het perceel actief is, de stam van het virus en het geteelde aardappelras. Het is dus niet mogelijk een prognose te geven over de mate van de te verwachten aantasting.

Uit Schots onderzoek is gebleken dat bij een primaire besmetting een opbrengstverlies van 6 tot 62% kan optreden.

• Onkruidbestrijding.

• Vrijwel alle onkruiden zijn waardplant zijn  zowel het virus als voor de overbrengende aaltjes. Een hoge onkruiddruk werkt dus aantasting in de hand.

• Bestrijden van de aaltjes met een natte grondontsmetting of met granulaat.

• Telen van minder gevoelige rassen. Dit is afhankelijk van het type aaltje dat het virus overbrengt en de virusstam.

• Kennisakker thema nematodenbeheersing

• Aaltjesschema