De kwaliteit Bodemkwaliteit verwijst naar de toestand van de bodem is afhankelijk van de biologische, fysische en chemische eigenschappen van de bodem. Het bodemleven is onderdeel van de biologische bodemkwaliteit. Voor de fysische eigenschappen wordt onder andere gekeken naar de structuur van de bodem. De bodem moet namelijk grote en kleine poriën bevatten voor het vasthouden en afvoeren van water en voor luchtaanvoer. Daarnaast moeten planten in de bodem kunnen wortelen. Onder de chemische eigenschappen van de bodem vallen alle stoffen (chemische elementen) die de structuur en het bodemtype bepalen, bijvoorbeeld mineralen en organische koolstoffenom functies te kunnen vervullen voor mens, plant en dier (zogenaamde ‘bodemsysteemdiensten’). In tegenstelling tot water of lucht, waarvoor normen zijn vastgesteld, is bodemkwaliteit moeilijk te definiëren of te kwantificeren. Er zijn zowel fysische, chemische als biologische indicatoren beschikbaar om de bodemkwaliteit of -geschiktheid aan te geven. Zo zijn er bijvoorbeeld fysische testen naar bodemtextuur, porositeit (de aanwezigheid van kleine openingen (poriën) in de bodem), etc. als indicatoren voor de waterbeschikbaarheid. Daarnaast kunnen chemische testen onder andere de pH en nutriënten meten om de bodemvruchtbaarheid en milieutoestand aan te geven. Biologische testen kunnen bijvoorbeeld informatie geven over de samenstelling van de bodemfauna om de diversiteit aan de geven.
Een goed bodembeheer is van cruciaal belang om de geschiktheid van de bodem voor meerdere functies in stand te houden. Wet- en regelgeving ziet hierop toe (zie ook ‘interessante links’).
| Uitvouwen | ||
|---|---|---|
| ||
Handboek Bodem & Bemesting - Bodem |
Zie ook:
https://wiki-groenkennisnet.atlassian.net/wiki/spaces/mestverwaarding/pages/285474929/Koolstof https://wiki-groenkennisnet.atlassian.net/wiki/spaces/mestverwaarding/pages/285442279/Organisch
...