Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Op dezelfde manier als bij plantensoorten kun je naar de geografie van vegetatietypen kijken. Plantengemeenschappen hebben ook een areaal en wisselen elkaar af langs klimaatzones en hoogtezones. Ook kun je gebieden onderscheiden met gemeenschappelijke plantengemeenschappen. Het bepalen van het areaal van plantengemeenschappen is wel ingewikkelder dan voor soorten, omdat de definitie van een klasse, orde, verbond of associatie (zie Hoofdstuk 1.6) bepaalt hoe groot het areaal is. De afgrenzing is doorgaans minder duidelijk dan bij soorten. Bij soorten speelt ook wel dat je overgangen of complexen van soorten ziet, maar dit zijn uitzonderingen. Plantengemeenschappen zullen in veel gevallen floristisch enigszins verschillen wanneer je van de ene kant van het areaal naar de andere kant gaat. Op de grens van het areaal worden de verschillen op een bepaald moment zo groot dat er sprake is van een andere plantengemeenschap. Maar dit kan heel geleidelijk gaan, wat het lastig maakt om een grens te trekken.

Anker
diagnostischesoorten
diagnostischesoorten

Een tweede probleem is dat plantensoorten onder andere ecologische omstandigheden groeien in andere klimaatgebieden (zie de vele voorbeelden in VVN H12 Vegetatiegeografie). Dit maakt het moeilijker om voor een groot gebied plantensoorten te benoemen die kenmerkend zijn voor een bepaalde plantengemeenschappen (diagnostische soorten Orah tooltiptextdiagnostische soorten = soorten die binnen een plantengemeenschap meer voorkomen dan in (een deel van) andere gemeenschappen; diagnostische soorten kunnen op verschillende hiërarchische niveaus worden onderscheiden, bijvoorbeeld voor klassen, verbonden of subassoatiesidaloxvbculkn, zie Hoofdstuk 2.3); waar Gele lis (Iris pseudacoris) in Nederland kenmerkend is voor natte ruigte, rietland en natte bossen, komt de soort in het veel vochtigere klimaat van Ierland ook in droge duingraslanden voor.

...

Het vereist dan ook een studie van vegetatieopnamen van een groot gebied, om een goede afgrenzing te maken. De laatste jaren zijn in in Europa diverse voorbeelden van dit soort overzichtstudies verschenen, waarbij naar de variatie in een bepaalde groep van plantengemeenschappen over een groot gebied is gekeken. Dit type onderzoek is vooral toegenomen dankzij de opbouw van een gemeenschappelijke Europese Vegetatie Databank, EVA genaamd (http://euroveg.org/). Waar oudere studies over arealen van plantengemeenschappen nog vaak op literatuur zijn gebaseerd (bijv. Krahulec 1985, zie figuur 12.5 in VVN H12 Vegetatiegeografie), zijn de nieuwere gebaseerd op classificatie Orah tooltiptextclassificatie = het ordenen van beschrijvingen (opnamen) van vegetatie tot abstracte typen; zie hoofdstuk 2.3id9z929233uqe van vegetatie-opnamen van een groot gebied. Voorbeelden zijn een overzicht van Europese brongemeenschappen (Zechmeister & Mucina 1994), kalkmoerassen (Jimenez et al. 2013), bossen in rivierdalen (Douda et al. 2015), Beukenbossen (Wilner et al. 2017) en helmbegroeiingen (Marceno et al. 2018).

...

Verspreiding van de Associatie van Dauwbraam en Marjolein (r17Aa01 Rubo-Origanetum) vóór 1975 (links), in de periode 1975-2000 (midden) en na 2000 (rechts), op basis van vegetatieopnamen uit de Landelijke Vegetatie Databank (kaartjes uit SynBioSys Nederland).

Anker
Areaalspectra
Areaalspectra

Areaalspectra

Er komt een grote variatie aan arealen bij soorten en plantengemeenschappen voor. Als het areaal van een soort zich uitstrekt over alle continenten, dan heet dat een kosmopolitische verspreiding. Als een soort of gemeenschap voorkomt in een beperkt gebied, spreekt men van een endeem

Orah tooltip
textendemen = een endeem is een taxon met een zeer beperkt verspreidingsgebied; op dezelfde manier kun je spreken van een endemische plantengemeenschap
id36a4dpb1zsx
. De Associatie van Harlekijn en Ratelaar is (Rhinantho-Orchidietum) – zover bekend – een endemische associatie in ons land, alleen bekend uit het kustgebied. De Associatie van Egelskop en Pijlkruid (Sagittario-Sparganietum) komt voor in heel Europa. Een soort die niet oorspronkelijk is in een gebied, maar daar via verspreiding door de mens is gekomen, heet een exoot. Vegetatietypen die gedomineerd worden door exoten worden vrijwel altijd als een derivaatgemeenschap
Orah tooltip
textderivaatgemeenschap = plantengemeenschap die slechts ken- en differentiërende soorten van eenheden boven het niveau van de associatie heeft, naast begeleidende soorten, waarbij de dominante soort(en) klasse-vreemd zijn, oftewel verder niet of nauwelijks in vegetatie van deze klasse voorkomen; in veel gevallen zijn de dominante soorten van derivaatgemeenschappen exoten
idercuw1qw86
beschreven (zie Hooofdstuk 2.3). Een voorbeeld is een struweel waarin Dijkviltbraam (Rubus armeniacus) domineert.

...

Verspreiding van eiken na de ijstijden. De soorten zijn vanuit verschillende refugia gemigreerd naar de noordelijkere delen van Europa (Uit: Petit et al. 2002). De gekleurde lijnen geven de grens tussen water en land aan tijdens de ijstijden.

Begrippenlijst

diagnostische soorten soorten die binnen een plantengemeenschap meer voorkomen dan in (een deel van) andere gemeenschappen; diagnostische soorten kunnen op verschillende hiërarchische niveaus worden onderscheiden, bijvoorbeeld voor klassen, verbonden of subassociaties

classificatie het ordenen van beschrijvingen (opnamen) van vegetatie tot abstracte typen; zie hoofdstuk 2.3

endemen een endeem is een taxon met een zeer beperkt verspreidingsgebied; op dezelfde manier kun je spreken van een endemische plantengemeenschap

derivaatgemeenschap plantengemeenschap die slechts ken- en differentiërende soorten van eenheden boven het niveau van de associatie heeft, naast begeleidende soorten, waarbij de dominante soort(en) klasse-vreemd zijn, oftewel verder niet of nauwelijks in vegetatie van deze klasse voorkomen; in veel gevallen zijn de dominante soorten van derivaatgemeenschappen exoten

Verdieping

Schaminée, J.H.J. & H. Doing (1995). Vegetatiegeografie. In: J.H.J. Schaminée et al. (red.), De Vegetatie van Nederland 1. Inleiding tot de plantensociologie: grondslagen, methoden en toepassingen. Opulus, Uppsala/Leiden: 179-192.

...