Anker | ||||
---|---|---|---|---|
|
Inhoudsopgave | ||
---|---|---|
|
...
De soorten waarmee je plantengemeenschappen onderscheidt en beschrijft, kies je uit op basis van hun trouwgraad. Soorten die verschillen in trouwgraad kunnen dus gebruikt worden om plantengemeenschappen te beschrijven. Deze noemen we diagnostische soorten. text Orah tooltip
Informatie |
---|
diagnostische soorten |
...
soort die binnen een plantengemeenschap meer voorkomt dan in (een deel van) andere gemeenschappen; diagnostische soorten kunnen op verschillende hiërarchische niveaus worden onderscheiden, bijvoorbeeld voor klassen, verbonden of subassociaties; speciale vormen van diagnostische soorten zijn kensoorten en differentiërende soorten |
...
In de Vegetatie van Nederland is de trouwgraad van soorten bepaald aan de hand van drie criteria: presentie, bedekking en – eventueel – syntaxonomische literatuur (Schaminée et al. 1995). Dit laatste, omdat voor het benoemen van kensoorten van associaties, verbonden, etc. het belangrijk is om ook te kijken naar vegetatiebeschrijvingen in de omringende landen en streken. Op grond van deze drie criteria zijn alle plantengemeenschappen (subassociaties, associaties, verbonden, ordes, klassen; zie verderop) beschreven aan de hand van de volgende groepen van diagnostische soorten:
...
Niveau | wetenschappelijke naam | Nederlandse naam | Code |
Klasse Orde Verbond Associatie Subassociatie | Lemnetea minoris Lemnetalia minoris Lemnion trisulcae Riccietum fluitantis Riccietum fluitantis ricciocarpetosum | Eendenkroos-klasse Eendenkroos-orde Bultkroos-verbond Associatie van Bultkroos en Wortelloos kroos Associatie van Bultkroos en Wortelloos kroos, subassociatie met Kroosmos | r01 r01A r01Ab r01Ab01 r01Ab01a |
Rompgemeenschap Derivaatgemeenschap | RG Lemna trisulca-[Lemnion trisulcae] DG Myriophyllum aquaticum-[Potametea/Phragmitetea] | RG Puntkroos [Puntkroos-verbond] DG Parelvederkruid [Fonteinkruiden-klasse/Riet-klasse] | r01RG01 r05DG01 |
Voorbeelden van naamgeving bij klasse, orde, verbond, associatie, rompgemeenschappen en derivaatgemeenschappen. De derivaatgemeenschap van Parelvederkruid wordt aangetroffen als begroeiing van de Fonteinkruiden-klasse en in de Riet-klasse. |
...
Romp- en derivaatgemeenschappen
In de buitenlandse literatuur worden romp- en derivaatgemeenschappen niet altijd volgens de termen romp- of derivaatgemeenschap (basal community) beschreven, maar soms – meer neutraal – als community (Engels) of Gesellschafft (Duits). Een soort tussengeval, dat je in de literatuur soms tegen komt, is de zogenaamde centrale associatie. Dit zijn associaties, met een eigen structuur en soortensamenstelling, waarin de soorten van het verbond optimaal voorkomen, maar die – binnen het verbond – geen eigen soorten hebben. De centrale associatie onderscheidt zich van romp- en derivaatgemeenschappen omdat sommige kensoorten van het verbond in deze centrale associatie hun optimum hebben, zodat er wel sprake is van preferente of transgrediërende kensoorten (zie verderop). Het begrip centrale associatie is in ‘De Vegetatie van Nederland’ niet gehanteerd, maar er zijn wel enkele associaties beschreven die kensoorten missen, zoals bijvoorbeeld de Riet-associatie (r08Bb04 Typho-Phragmitetum) en de Duin-Struisgras-associatie (r14Bb02, Festuco-Galietum veri).
...