Je kunt bijvoorbeeld lichaamsvetpercentage meten door het hele dier te wegen en onder te dompelen in een waterbad en dan volume en gewicht met elkaar te vergelijken. Dat is een heel werk, maar het is niet duur. Helaas is het ook niet heel nauwkeurig: het is een schatting. Twee dieren met hetzelfde gewicht en volume kunnen toch andere vetpercentages hebben door bijvoorbeeld een andere botstructuur of omvang van de ingewanden. Je kunt ook ultrasone technieken gebruiken om met name de onderhuidse vetbedekking te meten. Dat is een duurdere meetmethode omdat je de apparatuur eerst aan moet schaffen, maar de meting van de onderhuidse vetbedekking is wel nauwkeurig. Aan de andere kant kun je niets zeggen over de andere vetsoorten. De duurste methode is om de dieren door een petscan te halen, waardoor je precies de lichaamssamenstelling kunt zien op alle plaatsen in het lichaam. Dan weet je niet alleen hoeveel vet er in het dier zit, maar ook hoeveel spieren, hoe groot het hart is, hoe groot de lever is, enzovoort. Het is een heel dure en arbeidsintensieve methode, maar het is wel zeer nauwkeurig. De keuze van de meetmethode zal afhangen van de nauwkeurigheid van de meting en de prijs, waarbij de hoeveelheid arbeid bij de prijs moet zijn inbegrepen. |