...
De vuistregel voor voeren met een hogere eiwitbenutting en een betere mestkwaliteit is: structuurrijk, eiwit-arm, pensgericht en bio-divers. De N-efficiëntie (feitelijk: eiwit-benutting) van de melkveehouderij is landelijk niet meer dan ongeveer 25% (gemeten per koe). In een goed ingeregeld biologisch systeem kan de N-efficiëntie oplopen tot 35 %. Het Mits wel voldoende energie wordt gevoerd blijven het aantal KG melk en het vetpercentage blijven in dat dit systeem op peil, het eiwitpercentage van de melk wordt marginaal lager, de C/N verhouding van de mest is hoger (gunstiger). In alle opzichten winst !Daarvoor
Je bereikt dit door ervoor te zorgen dat de koe niet teveel eiwit binnenkrijgt in verhouding tot de energie (koolstofrijke voercomponent). Als eiwit en energie niet in balans zijn in de pens en je voert een eiwitoverschot dan leidt dit tot meer ureum in het bloed, in de melk en in de urine. . Een hoog ureum in het bloed belast de organen van de koe zwaar en leidt dus ook tot een verminderde levensduur. Koeien die niet optimaal op de pens worden gevoerd (balans tussen onbestendige energie en onbestendig eiwit) leveren ook geen goede kwaliteit (drijf)mest (zie verder par. 2.3.3). Ook de beschikbaarheid van sporenelementen speelt een rol bij het goed functioneren van de pens.
Voor een goede eiwitbenutting is niet alleen een goede samenstelling van het rantsoen nodig. De koe moet ook volledig als herkauwer kunnen functioneren. Een voldoende structuurrijk voer geeft tijdig een signaal van voldoende verzadiging: tijd om te herkauwen ! Tijdens het herkauwen heeft het speeksel een belangrijke rol bij het reguleren van de zuurtegraad in de pens (voorkomen van pensverzuring) en de herbenutting van de ureum. Dat werkt zo: bij de eiwitvertering in de pens wordt ammoniak gevormd. Dat komt via de penswand in het bloed en wordt getransporteerd naar de lever. In de lever wordt ammoniak omgezet in ureum. Via speeksel wordt het gerecycled. Ook het koe-comfort heeft invloed: de koe moet een plek kunnen vinden waar zij graag gaat liggen om te herkauwen, zowel in de wei als in de stal. Hoge eisen aan dierenwelzijn betalen zich dus ook uit in een betere voer-benutting en dus hogere efficiëntie.
...
De SKAL-regels voor voer voor schapen en geiten zijn dezelfden als voor de rundveehouderij. Schapen en geiten zijn ook herkauwers. De afwegingen die biologische melkveehouders w.b. rundvee maken, dus vooral sturen op eiwit-benutting (N-efficiëntie), gelden in grote lijnen ook voor schapen en geiten.
...