Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...


Dit systeem geeft aan alle stations de mogelijkheid om onbeperkt met elkaar te communiceren. De twee draden zijn in elkaar gedraaid (met tussenliggende isolatie) om de storingen te minimaliseren. Een van de twee draden is de CAN High en de andere is de CAN Low. Voor de feitelijke data overdracht wordt het verschil tussen de draden gebruikt omdat die minder storingsgevoelig is. Hierbij is het spanningsverschil maatgevend. In ISO 11898 worden twee verschilspannings- bereiken voor de representatie van data gedefinieerd:de recessieve en de dominante bustoestand.

Dat men hier geen gebruik maakt van de eerder uitgelegde 0 en 1 toestanden wordt verderop uitgelegd. Voor nu geldt als het spanningsverschil tussen CAN-High (CANH) en CAN-Low (CANL) ten hoogste 0.5 volt is er sprake van een recessieve toestand. Is het spanningsverschil tussen CANH en CANL minstens 0.9 volt, dan is er sprake van een dominante toestand. In tabel 2 is het bovenstaande nogmaals visueel uitgelegd.

Image RemovedImage Added

Tabel 2: Dominat of recessief signaal. Bron:(PTC+, 2012)

...

De berichtuitwisseling over de CAN-bus 2.0 kan op twee verschillende manieren plaatsvinden.

Zo kan een CAN station een bericht verzenden naar een specifiek station. Bijvoorbeeld station 26 naar station 36. Alle andere stations negeren dit bericht en slechts station 36 verwerkt het bericht en stuurt een bevestiging van aankomst. Bij fouten zal er geen bevestiging terug komen en zal station 26 het bericht nogmaals versturen.

De tweede manier is iets anders. Hierbij wordt geen concrete deelnemer aangesproken, maar wordt de waarde die verstuurd wordt gekoppeld aan een Identifier. Station 26 stuurt een spanningsmeetwaarde met Identifier 978, ontvangst en verzendadressen worden niet meegestuurd. Dit bericht is dus bedoelt voor ieder CAN station waarvoor deze Identifier belangrijk is. Deze overweging of ze het moeten verwerken, is bepaald in de interne software van de betreffende CAN Station.

Ieder bericht wordt in een speciaal frame gezet. Dit frame is een belangrijk onderdeel van ISOBUS omdat iedere fabrikant dezelfde regels moet hanteren betreffende het frame. In dit frame, zoals te zien in figuur 1, zijn verschillende onderdelen te zien. De betekenis van de termen in deze figuur zullen hier nader worden toegelicht. Wanneer een bericht niet aan bepaalde eisen voldoet zullen ze door stations die wel aan de eisen voldoen, niet erkend worden. Omdat het ISOBUS document net als de toepassingen ervan continue ontwikkelingen doormaakt kan het voorkomen dat sommige ISOBUS geprepareerde machines niet met de trekker kunnen communiceren en vice versa. Om te controleren of ze met elkaar kunnen communiceren is er een speciale database opgezet waarin dit gecontroleerd kan worden.

Image RemovedImage Added

Figuur 3: Dataframe format volgens can 2.0 a specificatie Bron:(PTC+, 2012)

...