Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.
Uittreksel
hiddentrue

Het tabaksratelvirus in planten veroorzaakt vooral pleksgewijs achterblijven in groei. Zieke planten kunnen ook verspreid staan, namelijk als het virus bij het uitplanten al in het materiaal aanwezig was

Gewas: Agapanthus, Anemone, Astilbe, Gladiolus, Paeonia, Phlox, e.a.

Wetenschappelijke naam: Tobacco Rattle Virus (TRV)

Groep: Virussen

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

Het tabaksratelvirus in planten veroorzaakt vooral pleksgewijs achterblijven in groei. Zieke planten kunnen ook verspreid staan, namelijk als het virus bij het uitplanten al in het materiaal aanwezig was

Door de virusaantasting ontstaat verminderde groei en uiteindelijk een lagere bloemproductie en een verminderde bloemkwaliteit.

De symptomen verschillen per gewas. Op de meeste gewassen ontstaan vlekkerige gele en gestreepte patronen. Op Krokusbladeren ontstaan geelgroene en/of bleekwitte, brede strepen, en/of ruitvormige vlekken. Soms zijn de bladranden gekarteld. De bloemen kunnen gestreept zijn. De symptomen komen meestal niet in alle planten voor die op één knol zijn ontsproten.

Andere symptomen die voorkomen zijn:

  • Op de bladeren en soms op de stengel bruine tot zwarte streepjes en vlekjes. Deze kunnen necrotisch worden.

  • Soms een gedrongen groei, bladeren gebobbeld, gedrongen en/of samengeknepen.

  • De bladeren hebben gele vlekken, vaak in kringvorm, enkel- en meervoudige kringen en golflijnen.

  • Het virus kan ook symptoomloos voorkomen in bijvoorbeeld pioen.

Levenswijze

Het tabaksratelvirus behoort tot de Tobravirusgroep (staafvormig; twee lengtes: 190 en 45-115 nm). Het virus kan door vrijlevende trichodoride-aaltjes (Trichodoridae) in zand- en lichte zavelgronden worden overgebracht. Het virus heeft een zeer brede waardplantenreeks, waaronder bloembolgewassen en onkruidsoorten.

De aantasting is vaak pleksgewijs. Soms komen gezonde scheuten naast zieke voor aan dezelfde plant. Het virus gaat bij vegetatieve vermeerdering over op het grootste deel van de nakomelingen.

Bij gladiool kan door de teelt van kralen in besmette grond een besmetting met TRV ontstaan die pas later in de keten zichtbaar wordt. 

TRV komt ook op verschillende andere gewassen voor.

Maatregelen

Op percelen met Trichodorus en Paratrichodorus moeten onderstaande maatregelen strikt worden gevolgd.

  • Gebruik virusvrije partijen.

  • Zieke planten verwijderen of vernietigen.

  • Liever niet telen op een perceel met een TRV-besmet voorgewas.

  • Opslag verwijderen en onkruiden bestrijden vóór en tijdens de teelt.

  • Controleer achteraf op TRV door wortels van het gewas en van onkruiden te laten toetsen.

  • Op verdachte zand- en lichte zavelpercelen vatbare cultivars laat planten (november) of grondontsmetting toepassen.

Meer informatie