Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
Het chrysantenbladaaltje, (Aphelenchoides ritzemabosi) en het aardbeibladaaltje (Aphelenchoides fragariae) zijn in Nederland de meest belangrijke soorten (in de vollegrond). Er zijn meerdere gewassen die door één of beide soorten kunnen worden aangetast. |
...
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
Aphelenchoides ritzemabosi is 0,5 tot 1 mm lang. De aantasting van planten vindt plaats via de huidmondjes. Ze leven in de intercellulaire ruimten tussen de cellen. Ze creëren grotere holten door het afscheiden van toxische stoffen, waardoor de omringende cellen afsterven. De hele levencyclus vindt plaats in de plant en bestaat uit een eistadium, 4 larvestadia en het volwassen stadium. De ontwikkelingsduur van ei tot volwassen aaltje bedraagt 10 tot 12 dagen bij een temperatuur van 18ºC. De vrouwtjes leggen ongeveer 25 eieren. In de plant verspreiden de aaltjes zich niet of nauwelijks. Voor verspreiding buiten de plant is water nodig. De aaltjes bewegen zich over een filmpje van water, dat ontstaat na het beregenen van het gewas of bij hoge luchtvochtigheden, naar andere delen van een plant. Verspreiding vindt ook plaats tijdens gewaswerkzaamheden. Bladaaltjes overwinteren in knoppen en groeipunten of in dood blad op de grond. Als het gewas vochtig is verplaatsen ze zich over de plant en dringen binnen via een huidmondje. In één aangetast blad kunnen wel 60.000 aaltjes voorkomen. Bij droogte zijn de aaltjes niet actief. Bij vochtige omstandigheden zijn ze weer actief. Massa's gedroogde aaltjes bevinden zich soms bij de hoofdnerf, aaltjeswol. Ze kunnen dan gemakkelijk worden verspreid door menselijke activiteiten maar ook door de wind. Bladaaltjes worden ook verspreid door plantgoed en zaad. |
...