Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
De kleine wintervlinder is een algemeen voorkomend en wijdverspreid insect, waarvan de rupsen schade kunnen veroorzaken aan veel loofgewassen, waaronder fruitbomen. |
Gewas: Appel, Peer, Pruim, Kers, Bes en andere vruchtbomen en loofhoutsoorten
...
Vrouwtje van de kleine wintervlinder | Mannetjesmot van de kleine wintervlinder | |
Uitgegroeide door wintervlinder beschadigde vrucht |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPOWUR, NVWA (PD), DLVDelphy, KAD, Landbrugsinfo
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
De kleine wintervlinder is een algemeen voorkomend en wijdverspreid insect, waarvan de rupsen schade kunnen veroorzaken aan veel loofgewassen, waaronder fruitbomen. De wintervlinder dankt zijn naam aan het feit dat hij/zij in november en december vliegt en dan zijn eieren afzet. Schade ontstaat pas in het voorjaar als de rupsen vreten aan het blad, de bloemen en de jonge vruchten. Bij hoge dichtheden kunnen bomen geheel ontdaan worden van bladeren en bloemen. Schade aan de vruchten groeit uit tot diepe verkurkte gaten tot op het klokhuis. Vaak vallen deze vruchten vroegtijdig af, in elk geval zijn ze onverkoopbaar. De mannetjesvlinder is ongeveer 15 mm lang, grijsbruin van kleur met fijne bruine randjes over de vleugels. In de herfst en de winter zijn deze motjes vaak op verlichte ruiten te vinden. Het vrouwtje is vleugelloos, slechts 6 mm lang en heeft lange poten. Zij is zwart van kleur met wittige haartjes. De rups is een spanrups, geelgroen van kleur met over de rug een onduidelijke donkere streep. Aan weerszijden van zijn lichaam lopen drie lichte strepen, waarvan er één precies over de ademhalingsopeningen loopt. De rups beweegt vrij door de boom. |
...
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
|
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||