Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
De wortels vertonen verslijming vanuit de wortelpunt of donkergekleurde wortelpuntjes met een snotterig uiteinde (foto, rechts). |
Te velde ontwikkelen de planten zich in de loop van het groeiseizoen pleksgewijs minder goed en ze sterven vervroegd af. De bollen groeien onvoldoende en hebben een slecht wortelstelsel. |
Wetenschappelijke naam: Pythium-soorten, o.a. Pythium ultimum var. ultimum
Groep: Schimmels
...
Waterschimmels (Oömyceten)
Pythium-wortelrot lelie: Links gezond, rechts aangetast | Pythiumwortelrot bij lelie |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
...
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
De wortels vertonen verslijming vanuit de wortelpunt of donkergekleurde wortelpuntjes met een snotterig uiteinde (foto, rechts). Na opkomst groeit het gewas aanvankelijk normaal, later treedt groeivertraging op, waardoor het gewas ijl blijft. Bij de bloementeelt blijven bladeren en bloemstelen korter en de bloem kan verdrogen. Een enkele keer kunnen ook de bollen aangetast worden die daardoor geheel of gedeeltelijk zacht wordenTe velde ontwikkelen de planten zich in de loop van het groeiseizoen pleksgewijs minder goed en ze sterven vervroegd af. De bollen groeien onvoldoende en hebben een slecht wortelstelsel. Ook bij de bloementeelt ontwikkelen planten zich pleksgewijs of verspreid door de aanplant minder goed. De mate waarin dit gebeurt kan per partij sterk verschillen en wordt beïnvloed door de kasomstandigheden. De planten blijven korter, het blad is wat smaller en doffer van kleur en hangt veelal enigszins omlaag, vooral bij sterke verdamping (foto 1). Bij dergelijke planten komt meer bloemknopverdroging voor dan bij gezonde planten, de knoppen openen zich dikwijls niet geheel en de bloemen komen slecht op kleur. Zowel te velde als in de kas vertonen de wortels aanvankelijk glazige, lichtbruine, later donkerbruine rottende plekken. Na verloop van tijd zijn de wortels geheel slap en rot en tenslotte blijft alleen een leeg, vliezig omhulsel over. Deze verschijnselen kunnen zowel in de bol- als in de stengelwortels voorkomen (foto 2). |
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
De aantasting kan kort na het planten zijn ontstaan. Zodra de luchttemperatuur stijgt en het gewas meer verdampt, worden de bladpunten geel, waarna het loof vervroegd afsterft. De nieuwe bollen zijn daardoor slecht ontwikkeld.Op het veld treedt de ziekte pleksgewijs op, komt bij de bollenteelt vooral op zand- en lichte zavelgronden regelmatig voor, met name als een te nauwe vruchtwisseling - ook met andere waardplanten - wordt aangehouden. De ziekteverwekker kan in De planten kunnen worden aangetast vanuit de grond, maar ook op of in de bol overblijven. De gevoeligheid verschilt per cultivar. Naast de Hollandse iris, zijn Iris reticulata en Iris danfordiae gevoelig. Bij bloementeelt verloopt de aantasting zeer grillig. Na een ernstig aangetast gewas kan de ziekte in een volgend gewas op dezelfde plaats weinig voorkomen of omgekeerdzelfs als daarop nog nooit lelies zijn geteeld. De schimmel kan ook gemakkelijk met de bollen overgaan en jarenlang overleven in de grond. De schimmels kunnen ook andere bolgewassen aantasten, zoals hyacint, iris, krokus en tulp. |
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
Plantgoed Bollenteelt
Bloementeelt
|
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||