...
Paneel | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||
Fruitmot overwintert als rups in een cocon achter de schors of in spleten van boompalen. Er is een sterke spreiding in de populatie die zich in het voorjaar tot volwassen mot ontwikkelt. Vanaf april verpoppen de eerste rupsen en meestal verschijnen half mei de eerste volwassen motten. Afhankelijk van de temperatuur in de zomer gaat de vlucht van volwassen motten door tot begin augustus. In de fruitteelt wordt gebruik gemaakt van feromoonvallen: een feromoondop die mannetjes aantrekt en een lijmbodem, waarmee het verschijnen van de eerste fruitmotten wordt vastgesteld. De fruitmot is actief in de avondschemering. Bij een avondtemperatuur van meer dan 13°C vindt paring plaats. Eiafzetting vindt plaats bij een avondtemperatuur van 15°C of hoger. 80 daggraden na eiafzetting kruipen de jonge larven uit het ei en zoeken zich een weg naar de vrucht om zich in te boren. In de vrucht doorloopt de ontwikkeling tot volwassen rups vijf stadia. De eerste volgroeide rupsen kruipen uit de vrucht en zoeken een plek achter de schors of in spleten en spinnen daar een cocon om zich heen. De vroegst ingesponnen rupsen verpoppen bij warm zomerweer nog datzelfde seizoen en zijn verantwoordelijk voor de tweede generatie motten. Het merendeel overwintert als rups in een cocon achter de schors. Bekijk de metamorfose van pop tot vlinder (film BASF).
Of klik hier. |
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
Voor een goede bestrijding is een goede waarneming van de fruitmotvlucht noodzakelijk. Dit kan door het ophangen van feromoonvallen (1 val per 3 hectare). Door wekelijks het aantal gevangen motten bij te houden ontstaat een beeld van de fruitmotdruk in het perceel en door de tijd heen. Voor effectieve bestrijding is een goede timing van bespuitingen noodzakelijk. Recent is gebleken dat de avondtemperatuur in de schemering een goede voorspeller is van de eileg en de daarop volgende ontwikkeling van de rupsen. Door rekening te houden met het aantal gevangen motten en de avondtemperaturen kan bestrijding plaats vinden vlak voor het moment dat de jonge larven uit de eieren komen. Op het moment dat de jonge larven zich door de boom bewegen en aan blad en vrucht vreten, zijn zij het meest gevoelig voor bestrijdingsmiddelen. Wanneer de inboring eenmaal heeft plaatsgevonden heeft bestrijding geen effect meer. Aan het begin van het seizoen kunnen preventieve middelen worden ingezet die de gelegde eieren doden. Een zeer selectieve en milieuvriendelijke bestrijding kan plaatsvinden met het fruitmotgranulosevirus. Bij een lage plaagdruk behoort het gebruik van feromoonverwarring tot de mogelijkheden om fruitmotaantasting te voorkomen. Fruitmot kan ook bestreden worden met een baculovirus. |
...