Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Paneel
titleBGColor#EEEBE6
borderStylenone
titleLevenswijze

Het fytoplasma wordt op persistente wijze overgebracht door o.a. de dwergcicade Macrosteles sexnotatus Fall. Dit insect neemt het fytoplasma op door langdurig te zuigen op een zieke plant. Pas na 10 dagen kan het aan andere planten worden afgegeven. Het fytoplasma gaat binnen een week van uit het blad naar de bol. Aangenomen wordt dat de cicaden het fytoplasma uit andere gewassen opneemt omdat het niet meer in heetgestookte bollen aanwezig is en besmette niet-heetgestookte bollen niet of slecht opkomen.  De cicaden kunnen al vanaf begin april voorkomen. Een vrij lange, droge en warme periode stimuleert een massale verspreiding van mogelijke besmette cicaden. Chemische bestrijding van de cicaden voorkomt de besmetting niet volledig. Tijdens het groeiseizoen waarin infectie plaatsvindt worden geen ziekteverschijnselen waargenomen. Symptomen worden pas zichtbaar na hollen doordat zich geen klisters ontwikkelen, tijdens de broei door de afwijkende bloei en beworteling of anders na opkomst in het volgende jaar door geen of slechte opkomst. Door de heetstook tegen geelziek wordt het fytoplasma bestreden.

Hetzelfde fytoplasma veroorzaakt vergelijkbare symptomen in Muscari en Scilla. Andere waardplanten van fytoplasma zijn gladiool (vergelingsheksebezemziekte), vaste planten, heesters en houtige gewassen.
Paneel
titleBGColor#EEEBE6
borderStylenone
titleMaatregelen
  • het heetstoken van bollen tegen geelziek doodt tevens het fytoplasma;
  • zieke planten in niet-heetgestookt plantgoed vóór de bloei verwijderen
  • Start de bestrijding van de cicaden afhankelijk van het weer tussen half april en half mei en ga door tot vlak voor het rooien;
  • vermijd luwe percelen;
  • voor de broeierij verdachte partijen niet met meer bollen op één pot planten.

...