Content Comparison

Advies:

1. Vraag bij de herkomst na wat de resistentie-status is op dat bedrijf. Dat geeft u informatie tegen welke middelen de wormen in die dieren wel of niet resistent zijn en welke middelen er gebruikt zijn. Heroverweeg de aanvoer als de resistentie status van de aangevoerde dieren slechter is dan u eigen resistentiestatus.

2. Wacht met inscharen van aangevoerde dieren en huisvest de aangevoerde dieren gescheiden van de eigen dieren op stal of op een betonplaat.

3. Ontworm alle aangevoerde dieren met een combinatie van  een middel uit groep 2 en een middel uit groep 4 (4). Vermijd onderdoseren (1).

4. Controleer de werkzaamheid van de quarantainebehandeling tegen maagdarmwormen 7-14 dagen later met mestonderzoek (6). Indien er geen wormeieren meer worden uitgescheiden, kunt u de quarantaine beëindigen en de aangevoerde dieren inscharen op de eigen percelen. Indien er nog wel wormeieren worden uitgescheiden is meer quarantaine nodig (zie infopagina quarantainebehandelingen).

Raadpleeg de Wormenwijzer, als het om lammeren gaat, 4 weken na inscharen opnieuw voor een advies op maat. Onder bepaalde omstandigheden kan na 4 weken de wormlast weer een gevaar voor de lammeren vormen.

Raadpleeg de Wormenwijzer, als het om ooien gaat, in het aflamseizoen opnieuw voor een advies op maat.

Door de ooien met lammeren telkens binnen 2 weken om te weiden naar veilig land zal er weinig/geen opname zijn van maagdarmwormlarven door lammeren uit maagdarmwormeieren die zijn uitgescheiden door deze ooien.

Ontworm zo min mogelijk ooien die met hun lammeren weidegang krijgen voor een maximaal verdunningseffect van de wormpopulatie op uw bedrijf. Ontworm de ooien die u wel ontwormt na aflammeren afhankelijk van de resistentiestatus op uw houderij éénmalig met een nog werkzaam middel uit groep 2, 3 of 4. Ontworm ooien die buiten aflammeren en blijven binnen 2 weken na aflammen. Vermijd onderdoseren. Breng elk koppel ooien met lammeren na het ontwormen zoveel mogelijk op veilig land.

Ontworm guste, verwerpende, mislamde en niet zogende ooien niet. Afgelamde ooien die u niet standaard hoeft te ontwormen zijn:

• gezonde oudere ooien, tussen 2 en 5 jaar, die in een goede conditie verkeren

• bij voorkeur ooien met een éénling of tweeling.

Afgelamde ooien die u bij voorkeur wel ontwormt zijn:

jaarlingen,

• oudere ooien vanaf 5 jaar,

• oudere ooien tussen de 2 en 5 jaar die 3 meer lammeren zogen

• ooien met een voedingsstoornis, een geboorte infectie, een baarmoederontsteking of andere ziekte rond de geboorte,

• ooien die mager zijn of anderszins in een slechte conditie verkeren

Raadpleeg de Wormenwijzer het volgende aflamseizoen opnieuw voor een advies op maat voor de ooien.