Pagina-vergelijking

Besmetting met SLRSV (latent aardbeikringvlekkenvirus) in combinatie met LSV (symptoomloos lelievirus) laat een

asymmetrische bloemknopopening zien.

SLRSV (latent aardbeikringvlekkenvirus) is een virus met zeer een brede waardplantenreeks. Verspreiding van SLRSV van plant naar plant vindt plaats door het vrijlevende aaltje Xiphinema diversicaudatum. Alle levensstadia kunnen SLRSV overbrengen.

Wanneer X. diversicaudatum eenmaal SLRSV bij zich heeft, kan deze het virus gedurende meerdere maanden bij zich houden en gedurende deze periode andere planten met het virus infecteren. Het virus gaat echter verloren tijdens de vervelling naar het volgende stadium. Desondanks kan een SLRSV besmetting voor vele jaren in de grond aanwezig blijven.

X. diversicaudatum heeft een voorkeur voor lemige gronden en komt zowel voor op klei als zand.

SLRSV kan bij diverse onkruiden voorkomen. Naast verspreiding door nematoden kan het virus ook via zaad verspreiden. Voorbeelden hiervan zijn slarimpelroos en herderstasje. Ook onkruidzaad lijkt een belangrijke bron te zijn om het virus over grotere afstand te verspreiden

dan wel op een perceel in stand te houden.

• Bij afwezigheid van de vector X.diversicaudatum zal er geen verspreiding van SLRSV kunnen plaatsvinden. Controleer daarom het perceel op aanwezigheid van de vector (L/X fractie bij nematoden onderzoek).

• Bestrijding van het aaltje is lastig omdat X. diversicaudatum tot wel drie jaar kan overleven op zwarte braak. Dit maakt zwarte braak ineffectief als bestrijdingsmethode.

• X.diversicaudatum kan vooralsnog alleen met chemische ontsmetting bestreden worden. Vanwege de beperkte dieptewerking, is chemische grondontsmetting helaas niet voldoende effectief om een populatie X. diversicaudatum volledig uit te roeien.

• Een strenge onkruidbeheersing is belangrijk bij het voorkomen van het

• ontstaan van SLRSV-besmette percelen.