Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...


In dit hoofdstuk gaan we nader in op het begrip vegetatie en verwante begrippen, waarna we de verschillende manieren waarop planten op elkaar reageren (interactie) bespreken. Net als bij soorten kunnen we bij vegetatie ook onderscheid maken tussen verschillende strategieën, waarmee de afzonderlijke begroeiingstypen zijn uitgerust. We staan stil bij het verschil tussen de concrete begroeiing in het veld en de abstracte beschrijvingen daarvan en het ordenen daarvan in overzichten (classificatie). Voor een uitvoerige toelichting hierop verwijzen we naarVVN H2 Vegetatie als object van onderzoek, waar wordt ingegaan op de vegetatie als object van onderzoek.

Enkele begrippen
Anker
enkelebegrippen
enkelebegrippen

Het begrip vegetatie is door Westhoff (1951) gedefinieerd als de “ruimtelijke massa van plantenindividuen, in samenhang met de plaats waar zij groeien en de rangschikking die zij uit zichzelf hebben aangenomen”. Een tulpenbed of een arboretum bijvoorbeeld voldoet niet aan het criterium van spontane ordening en vormt dus geen object van vegetatiekundig onderzoek. Aanplantbossen en akkers daarentegen doen wel mee. Weliswaar zijn de bomen in een bos of de gewassen in een akker door de mens ingebracht, op de plek waar ze staan, maar daartussen en eronder hebben zich spontaan allerlei wilde planten gevestigd.

Het optreden van variatie in het vegetatiedek, zowel in ruimte als in tijd, maakt dat er binnen de begroeiing eenheden zijn te onderscheiden, die we aanduiden met de term plantgemeenschap. Evenals het woord plant kan dit begrip zowel in concrete als in abstracte zin worden gebruikt. De wens om onderscheid te kunnen maken tussen concreet en abstract heeft geleid tot de termen fytocoenose voor de concrete begroeiing en fytocoenon voor de abstracte inhoud. Vergelijk de woorden individu (concreet) en taxon (abstract) bij planten.

...

Paneel
panelIconId1f4fd
panelIcon:projector:
panelIconText📽️
bgColor#DEEBFF

Wat is een plantengemeenschap

Er bestaan verschillende opvattingen over welke betekenis kan worden gegeven aan het begrip plantengemeenschap. Klassiek is de jarenlange strijd tussen de Amerikaanse onderzoekers Clements (o.a. 1916) en Gleason (o.a. 1917), waarbij de eerste de opvatting huldigde dat een plantengemeenschap een soort superorganisme is, dat zich net als een organisme ergens vestigt en vervolgens groeit en sterft. De tweede verdedigde de opvatting dat een plantengemeenschap niet meer is dan een verzameling van planten die toevallig op een bepaalde plek samen voorkomen zonder dat ze elkaar beïnvloeden. Tegenwoordig wordt vrijwel door iedereen een intermediair standpunt ingenomen. Feit is dat er een ongelijke verdeling van planten in het veld is, waardoor het mogelijk is patronen en grenzen te onderscheiden.

...

In sterk dynamische milieus is doorgaans wel sprake van concurrentie, waarbij soorten elkaar in de tijd opvolgen, veelal totdat de verstoring opnieuw plaatsvindt waarna de ontwikkelingen weer van voor af aan beginnen. Denk aan de ontwikkeling van de vegetatie na het plaggen van de heide of aan braakliggende terreinen, waar eenjarige pioniergemeenschappen al gauw worden opgevolgd door overblijvende soorten en grassen.

...

Paneel
panelIconId1f4fd
panelIcon:projector:
panelIconText📽️
bgColor#DEEBFF

interacties tussen planten

Vegetatiestrategieën

Analoog aan het klassieke werk van Philip Grime (1979) Plant strategies and vegetation processes, dat handelt over de strategieën van planten, kunnen ook binnen vegetatie verschillende strategieën onderscheiden worden. Stortelder (1992; zie ook Smits & Schaminée 1998) hanteerde – net als Grime – een driedeling, waarbij de uiterste de hoekpunten van een piramide vormen. Hij sprak van uitwijkers, trotseerders en omvormers.

...

classificatie het ordenen van beschrijvingen (opnamen) van vegetatie tot abstracte typen; zie hoofdstuk 2.3

plantengemeenschap een vegetatietype (syntaxon) met een eigen, relatief stabiele floristische samenstelling, structuur en standplaats; stabiel heeft dan betrekking op de ruimte (de soortensamenstelling (en structuur en standplaats) komt op diverse plekken min of meer hetzelfde voor) en op de tijd (de soortensamenstelling van het abstracte type verandert binnen een periode van één of enkele decennia niet of nauwelijks)

fytocoenose begroeiing, plantengemeenschap in concrete zin op een bepaalde plek (waar je dus in kunt staan)

fytocoenon vegetatietype, plantengemeenschap in abstracte zin (een beschrijving of definitie dus, van een bepaalde vegetatie met een relatief stabiele soortensamenstelling, structuur en standplaats)

...