Ontworm 95-98% (11) van alle Advies: De ooien kunnen hun lammeren op stal niet besmetten en ontwormen bij inscharen na spenen is ook niet nodig, omdat het aantal wormeieren in de mest na het spenen snel afneemt. Ontworm zo min mogelijk ooien die met hun lammeren tot spenen weidegang krijgen voor een maximaal verdunningseffect van de wormpopulatie op uw bedrijf. Ontworm de ooien die u wel ontwormt na aflammeren afhankelijk van de resistentiestatus op uw houderij éénmalig met een nog werkzaam middel uit groep 2, 3 of 4 ( 4) na het aflammeren éénmalig minimaal 2 dagen voor inscharen. Ontworm ooien die buiten aflammeren éénmalig en blijven binnen 2 weken na aflammeren. Ontworm ooien voor het aflammeren uitsluitend met een middel uit groep 3 of 4. Vermijd onderdoseren (1). Breng elk koppel ooien met lammeren na het ontwormen zoveel mogelijk op veilig land (2) en verweid het koppel tot 15 juni zoveel mogelijk binnen 3 weken en na 15 juni binnen 2 weken naar veilig land.Kies voor de 2-5 % . Ontworm guste, verwerpende, mislamde en niet zogende ooien niet. Afgelamde ooien die u niet ontwormt standaard hoeft te ontwormen zijn: gezonde oudere ooien, tussen 2 en 5 jaar, die in een goede conditie en verkeren bij voorkeur ooien met een éénling of tweeling.
Zorg dat in elk samenweidend koppel 2-5% niet ontwormde ooien lopen. Ontworm als het koppel kleiner is dan 20 ooien 1 ooi niet op stal maar pas een week na inscharen. Noteer per afzonderlijk weidend koppel ooien de datum van de behandeling, het gebruikte middel en de dosering. Afgelamde ooien die u bij voorkeur wel ontwormt zijn: jaarlingen, oudere ooien vanaf 5 jaar, oudere ooien tussen de 2 en 5 jaar die 3 meer lammeren zogen ooien met een voedingsstoornis, een geboorte infectie, een baarmoederontsteking of andere ziekte rond de geboorte, ooien die mager zijn of anderszins in een slechte conditie verkeren
Raadpleeg de Wormenwijzer het volgende aflamseizoen opnieuw voor een advies op maat voor de ooien. |