Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Welke maatregelen stimuleren Goede Landbouwpraktijk

Bijlage III van de Nitraatrichtlijn geeft aan welke maatregelen Goede landbouwpraktijk stimuleren.

Uitvouwen
titleLees meer...

A. Het betreft voorschriften over: ·

  • de periodes waarin het op of in de bodem brengen van bepaalde soorten meststoffen verboden is;

· de
  • de opslagcapaciteit van tanks voor dierlijke mest; deze moet groter zijn dan die welke vereist is voor de langste periode waarin het op of in de bodem brengen van mest in de betrokken kwetsbare zone verboden is;

·
  • beperking van het op of in de bodem brengen van meststoffen overeenkomstig de goede landbouwpraktijken en rekening houdend met de kenmerken van de betrokken kwetsbare zone, met name:

a. bodemgesteldheid
    • bodemgesteldheid, grondsoort en schuinte van hellingen;

b.
    • klimaatomstandigheden, neerslag en irrigatie;

c.
    • landgebruik en landbouwpraktijken, waaronder vruchtwisselingssystemen, en gebaseerd op een balans tussen:

i) de
      • de te verwachten stikstofbehoeften van de gewassen, en

ii)
      • de stikstoftoevoer naar de gewassen uit de bodem en uit bemesting

B. Maatregelen die moeten waarborgen dat de op of in de bodem gebrachte hoeveelheid dierlijke mest, met inbegrip van die door de dieren zelf wordt opgebracht, voor elk landbouw- of veehouderijbedrijf een bepaalde jaarlijkse hoeveelheid per hectare niet overschrijdt. ·

  • Deze hoeveelheid per hectare is bepaald op 170 kg N.

·
  • Lidstaten kunnen andere hoeveelheden dan de bovengenoemde norm vaststellen. Deze hoeveelheden moeten zodanig worden vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan het bereiken van de doelstellingen van de richtlijn, en zij moeten worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria, bijvoorbeeld:

a.
    • lange groeiperiodes;

b.
    • gewassen met hoge stikstofopname;

c.
    • hoge netto neerslag in de kwetsbare zone;

d.
    • bodems met een uitzonderlijk hoog denitrificatievermogen.

Als een Lidstaat een andere hoeveelheid dierlijke mest toestaat, doet hij daarvan mededeling aan de Commissie, die de motivering volgens de procedure van artikel 9 bestudeert (Derogatie).

Wat is belangrijk voor Mestverwaarding?

De definitie voor dierlijke mest in de Nitraatrichtlijn (in artikel 1g) is als volgt:

„dierlijke mest": excrementen van vee of een mengsel van strooisel en excrementen van vee, alsook producten daarvan;

Deze definitie stelt dat mestverwerkingsproducten dus ook nog steeds onder de gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest (van 170 kg N per hectare) geplaatst dienen te worden. Deze uitleg zorgt ervoor dat mestverwerkingsproducten, ook wanneer deze voornamelijk minerale stikstof bevatten, mee blijven tellen onder de gebruiksnorm dierlijke mest. In gebieden met een mestoverschot betekent dit dat dierlijke mest moet worden afgevoerd terwijl er wel bemest mag worden met extra stikstofkunstmest.

Uitvouwen
titleLees meer...

In Nederland bestaat er de behoefte om mestverwerkingsproducten met een hoog aandeel minerale stikstof uit te sluiten van de definitie van dierlijke mest. Op die manier kan een deel van het overschot aan stikstof uit dierlijke mest verwerkt worden tot meststoffen welke het gebruik van stikstofkunstmest kunnen vervangen. Hiervoor loopt een traject dat RENURE (REcovered Nitrogen from manURE) wordt genoemd. Voorbeelden van meststoffen die in dit kader zijn onderzocht zijn spuiwater en mineralenconcentraten. De Euroepese Commissie werkt aan een voorstel om deze verwerkte RENURE-producten als kunstmest te erkennen.In 2023 is de Europese commissie een traject gestart tot evaluatie van de Nitraatrichtlijn. Doel van deze evaluatie is te bezien om de meetmethoden en normen tussen EU-lidstaten verder te harmoniseren, maatregelen op te nemen die het doel dichterbij brengen en te bezien of de richtlijn versimpelt kan worden. Dit zal in de toekomst mogelijk leiden tot aanpassing van de Nitraatrichtlijn. De Europese Commissie geeft aan begin 2025 met een voorstel te komen. 

...