Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.
Informatie

KPI het kort

Deze KPI betreft de berekende ammoniakemissie uit stallen, mestopslagen en bij aanwending van meststoffen gedeeld door het bedrijfsareaal. Lees meer

Meer over deze KPI

Paginaboom
root@self
startDepth1

melkveehouderij_grijs.pngImage Removedstatus_groen.pngImage Removed

Uitgebreide definitie KPI

Deze KPI geeft weer hoeveel ammoniak (NH3) emissie er op een bedrijf met zowel gewasproductie als dierlijke productie plaatsvindt. Hierbij worden zowel de voer-dier-mestbalans (stal en opslagemissies) als de gewas-bodem balans (veldemissies) in beschouwing genomen.

image-20240319-081154.pngImage Removed

De KPI is daarom alleen van toepassing op bedrijven met zowel dieren als gewasproductie land. Vooralsnog wordt deze KPI alleen gebruikt in de melkveehouderij.

Het betreft de ammoniakemissie die plaatsvindt in de stallen en mestopslagen en op het land van het bedrijf. Emissie die plaatsvindt voordat de mest op het bedrijf werd aangevoerd (bv. bij de productie van het voer, en uit de stallen en opslag) of nadat de mest van het bedrijf is afgevoerd (opslag en aanwending) wordt niet meegeteld. Op deze manier geeft de indicator het beste de lokale impact weer (geen emissies die elders plaatsvinden).

De emissie op de bedrijfsbalans worden uitgedrukt per hectare. Een nadeel hierbij is dat bedrijven die het voer zelf produceren de stal en opslag emissie verdeeld wordt over veel meer hectares dan bij bedrijven die het voer aanvoeren. Dit komt omdat de hectares waarop het aangevoerde voer wordt geproduceerd niet in beeld zijn.

De ammoniakemissie uit stal en opslag wordt berekend door eerst de TAN productie in mest te berekenen op basis van de hoeveelheid stikstof in het voer, hierbij rekening houdend met de verteringscoefficienten van het ruw eiwit en de hoeveelheid stikstof die is vastgelegd in dieren en dierlijke producten. Bij dieren met weidegang wordt de hoeveelheid mest die in de weide wordt uitgescheiden niet meegenomen. De hoeveelheid ammoniak wordt vervolgens berekend door de hoeveelheid ammoniakale stikstof (TAN) in mest te vermenigvuldigen met emissiefactoren per stalsysteem.

De veldemissies worden als volgt berekend:

  • ammoniakemissie uit meststoffen wordt berekend door eerst de hoeveelheid ammoniakale stikstof (TAN) in meststoffen te berekenen, die hoeveelheid wordt vermenigvuldigd met een emissiefactor (per mestsoort, per aanwendingswijze).

  • De ammoniakemissie uit weidemest wordt berekend door de hoeveelheid uitgescheiden mest in de weide te vermenigvuldigen met emissiefactoren.

  • De ammoniakemissie uit gewasresten wordt berekend door de hoeveelheid gewasresten normatief te berekenen en te vermenigvuldigen met emissiefactoren.

Ontwikkelrichting definitie

Onderzoeken in hoeverre dat het meenemen van externe hectares (voor mestafzet of voor ruwvoerproductie) leidt tot een betere vergelijking van bedrijven.

Doel KPI

De stijging van het gehalte aan broeikasgassen in de atmosfeer draagt bij aan klimaatverandering. Ook de landbouw draagt hieraan bij, via de uitstoot van de broeikasgassen methaan (CH4), lachgas (N2O) en koolstofdioxide (CO2). In Nederland is ruim de helft van de broeikasgasemissies uit de landbouw afkomstig uit de veehouderij. Het gaat dan hoofdzakelijk om methaan gevormd tijdens spijsverteringsprocess­­­en in herkauwers en methaan uit mestopslagen. Lachgas emitteert uit mest, en uit landbouwbodems als gevolg van bemesting en landgebruik (bv. veenafbraak). Koolstofdioxide ontstaat op het bedrijf zelf als gevolg van gebruik van fossiele energie, bijvoorbeeld voor veldbewerkingen of gebruik van kalkmeststoffen. Daarnaast vinden er CO2-emissies bij een daling van de daling van de koolstofvoorraad in de bodem, bijvoorbeeld op veengronden. Omgekeerd kan de bodemvoorraad ook stijgen. Er wordt dan netto CO2 onttrokken uit de atmosfeer en deze kan daardoor in mindering worden gebracht op emissies. Tenslotte vinden er buiten het bedrijf emissies plaats bij de productie van aangekochte productiemiddelen, zoals kunstmest en krachtvoer. In Nederland zijn per sector intenties afgesproken om het nationale doel van minimaal 55% minder broeikasgasemissie (Coalitieakkoord) en 30% minder methaan (Nationale Methaanstrategie) te bereiken in 2030. De landbouwsector streeft voor 2030 naar een maximale uitstoot van 18,9 megaton CO2-equivalenten, wat ongeveer 30% reductie is ten opzichte van 2021.

Relevante sectoren

akkerbouw.pngImage Addedmelkveehouderij_grijs.pngImage Added
Informatie

Korte definitie KPI:

Emissies van methaan, lachgas en kooldioxide uit dieren, mest, bodem en energieverbruik op het bedrijf en bij productie/transport van grondstoffen aangevoerd op het bedrijf. Onttrekking kooldioxide door (netto) koolstofvastlegging in de bodem. Welke gassen en activiteiten worden meegeteld verschilt per rekenmethode (LCA of NIR).

Definitie KPI in formulevorm:

Broeikasgassen (BKG) uitgedrukt in CO2-equivalenten:

Keten (LCA): CO2-eq.tot = 27 * CH4biogeen + 29,8 * CH4fossiel + 273 * N2O + 1 * CO2

Landbouwbedrijf (NIR): CO2-eq.tot = 27 * CH4biogeen + 29,8 * CH4fossiel + 273 * N2O

Status KPI

Sector

Status KPI

Toelichting

akkerbouw.pngImage Addedstatus_rood.pngImage Added

2-4: In ontwikkeling

melkveehouderij_grijs.pngImage Addedstatus_geel.pngImage Added

LCA: Breed toegepast, op onderdelen in ontwikkeling

status_grijs.pngImage Added

NIR: Nog niet beschikbaar

Uitgebreide definitie

Broeikasgasemissies uit de landbouw worden doorgaans op twee manieren berekend:

  • Landen aangesloten bij het UNFCCC Klimaatverdrag zijn verplicht om broeikasgasemissies binnen eigen landgrenzen te monitoren en per sector te rapporteren in een National Inventory Report (NIR).

  • Industrie: monitoring van emissies die ontstaan bij de productie van levensmiddelen in de gehele keten, op basis van een levenscyclusanalyse (LCA) (voorschriften bv. ISO, PEFCR).

De twee methoden verschillen vooral in de afbakening van het systeem en gassen:

  • NIR benadering: alleen CH4 en N2O emissies op het landbouwbedrijf.

  • LCA benadering: CH4, N2O en CO2 emissies in de gehele productieketen, inclusief emissies op het landbouwbedrijf en in de keten. Meestal worden alleen emissies in de aanvoerketen en op het landbouwbedrijf meegenomen (‘cradle to farm gate’).

Emissies in de NIR benadering zijn dus onderdeel van de LCA ketenbenadering. Methoden en data voor berekening van emissies zijn grotendeels gelijk.

Bij een LCA benadering is totale emissie is de som van de CH4, N2O en CO2 emissies die plaatsvinden bij:

  • Productie en transport van aanvoerbronnen (bv. aangekocht veevoer, kunstmest, energie, vee, gewasbeschermingsmiddelen, machines)

  • Pens- en darmfermentatie (CH4)

  • Stal en mestopslag (CH4, N2O)

  • Bemesten, weiden, gewasresten (N2O)

  • Gebruik van energie, incl. loonwerk (bv. stal, veldactiviteiten, opslag producten) (CO2)

  • Opwekken van energie (CO2)

  • Landgebruiksverandering (CO2)

  • Koolstofvastlegging en emissie uit de bodem (CO2)

Het totale broeikaseffect van gassen wordt berekend door verschillende gassen uit te drukken in CO2-equivalenten: 27 kg CO2 per kg CH4 uit biologische processen, 29,8 kg CO2 per kg CH4 uit fossiele processen, en 273 kg CO2 per kg N2O (PEFCR, 2018a).

Ontwikkelrichting defintie

  • Hoe hangen de twee rekenmethoden (NIR en LCA) samen? Is een hybride gebruik van de twee methoden mogelijk en effectief?

  • In welke eenheid/eenheden moeten broeikasgasemissies worden uitgedrukt, gegeven de doelen en gebruik in de praktijk?

Meer over deze KPI

Paginaboom
root@self
startDepth1