...
Deze overwegingen pakken voor een biologisch veebedrijf wel iets anders uit dan voor een teeltbedrijf.
Aan- en afvoer biologische mest
Een biologisch veebedrijf is behalve gebruiker ook producent van mest. Behalve heel extensief werkende bedrijven voeren biologische veebedrijven altijd een deel van de mest af naar biologische akker- en tuinbouwbedrijven (of, op een gemengd bedrijf, naar de plantaardige tak van hetzelfde bedrijf). Hoe en hoeveel, dat zijn belangrijke vragen.
...
Je ziet in het verschil tussen deze regels (aanvoer van vee naar teelt minimaal 70% van biologisch, afvoer van vee naar teelt 100% naar biologisch) al dat de kringloop nu nog niet sluit. Er is nog gebrek aan biologische mest voor de teelt. Telers mogen daarom nog steeds ten hoogste 30% van de aangevoerde mest van gangbare bedrijven inkopen (mits deze wel grondgebonden en met weidegang zijn). Het percentage te gebruiken biologische mest voor teelt zal geleidelijk worden verhoogd, idealiter uiteindelijk naar 100%. Dan sluit de kringloop echt ! De BD-landbouw gaat overigens nu al van 100% biologische mest uit (zie hieronder).
(Terzijde: Feitelijk zijn de landbouw en het voedselsysteem, ook bio, op dit moment totaal niet gesloten: de consument neemt wel producten af, maar er komt bijna niets retour. Het riool is om dit moment een afvoerputje van de landbouw. Zolang dat putje bestaat kan landbouw niet gesloten zijn. Stikstof kan uit de lucht worden gebonden, alle andere mineralen moeten van buiten de akker of het veld worden aangevuld; daar zit een lek in het systeem)
Hoeveel moet worden afgevoerd (en mag worden aangevoerd naar teelt) wordt bepaald door de regels:
je mag op je eigen bedrijf maximaal 170 kgN/ha uit dierlijke mest gebruiken (algemene regel, ook voor gangbaar); voor BD is dit 112 kgN/ha (zie hieronder)
100% afvoer naar biologisch moet van biologische veehouders naar biologische telers gaan (zie hierboven).
Produceert een veebedrijf meer dan 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar dan moet het overschot worden uitgereden op biologische percelen van een ander bedrijf. Dat al deze mest is uitgereden op biologische gronden moet het afvoerende bedrijf kunnen aantonen in de administratie. SKAL stelt echter geen eisen aan een (vaste) relatie met een afnemend bedrijf en/of een ‘mestcontract’.
Wegens deze verplichting om een overschot mest te leveren voor bemesting van biologische percelen op een ander bedrijf zijn biologische boeren uitgezonderd van de zgn. mestverwerkingsplicht. Vanaf 1 januari 2025 vervalt ook de regel dat de afvoer van mest nog in hetzelfde kalenderjaar moet plaatsvinden.
Let wel: veebedrijven omvatten vaak ook een stuk teelt, namelijk van snijmais of een ander voedergewas (zie verder par. 4.4). De norm ‘maximaal 170 kgN/ha uit dierlijke mest per jaar’ geldt voor het hele bedrijf, dus inclusief het gedeelte voederteelt. Alleen wat overblijft na bemesting van grasland en de percelen voor voederteelt tot ten hoogste de norm moet worden afgevoerd.
...
of een gemengd bedrijf met vee en teelt waarbinnen alle mest op eigen bedrijf wordt gebruikt. Een veebedrijf met eigen voederteelt geldt niet als ‘gemengd’; een gemengd bedrijf omvat ook een stuk akkerbouw en/of tuinbouw;
of een, liefst vaste, relatie tussen het veebedrijf en één of meer teeltbedrijven waarin de aan- en afvoer is afgesproken. Dit liefst geregeld in een mestcontract of samenwerkingsovereenkomst (verplicht voor BD-veehouders die afvoeren);
of een goed functionerende ‘markt’ voor de uitwisseling tussen plantaardige en dierlijke bio-bedrijven. Bedrijven kunnen daar op basis van aanbod en vraag uitwisselen. Bionext faciliteert dit met de Biobank https://bionext.nl/biobank/, waar aanbiedende en afnemende bedrijven elkaar kunnen vinden. Er zijn ook zogenaamde intemediairs / mesthandelaren die hierin voorzien.
Verschillende soorten mest, verschillende werking
Verschillende stalsystemen leveren verschillende soorten mest op. Een hoofdindeling:
...
In de biologische akker- en tuinbouw heeft vaste, strorijke en voorgecomposteerde verteerde of gecomposteerde mest de voorkeur als basisbemesting. Drijfmest heeft beperkte toepasbaarheid als bij- of overbemesting. Ook de dunne fractie (bij mestscheiding) is hiervoor bruikbaar. Zie verder In de praktijk wordt nog veel drijfmest wel als basisbemesting gebruikt, zowel op grasland als op akkerland. De kwaliteit van drijfmest kan, vooral door een goed rantsoen, wel sterk worden verbeterd. Zie hiervoor par. 2.3.3.
Ook op grasland kan vaste mest worden uitgereden als basisbemesting. Dit is beter voor de opbouw en het onderhoud van de bodem. Het bodemleven moet de mest verwerken en de bodem inbrengen; dat betekent onder meer werk voor de zgn. pendelwormen. Ruige mest levert behalve meer wormen ook meer insecten in het weiland op. Daarvan profiteren de weidevogels. Zij gebruiken ook stro- en strooiselresten als nestmateriaal.
Vaste mest mag ook eerder in het seizoen worden uitgereden dan drijfmest (zie schema hieronder). Drijfmest kan dan weer later in het seizoen worden uitgereden op de maaipercelen.
...
Voldoende N, voldoende P ? En de overige nutriënten ?
Het gebruik van dierlijke mest heeft een plafond in de hoeveelheid geleverde N (170/112 kgN/ha). Vooral drijfmest en de dunne fractie (bij mestscheiding) leveren relatief meer N ten opzichte van P. Vaste mest werkt juist omgekeerd. Bij het geven van veel vaste mest zie je dat fosfaat de beperkende factor is: je bereikt dan het maximum dat je mag geven maar hebt dan nog niet voldoende stikstofaanvoer. Vlinderbloemigen in het bouwplan kunnen dat aanvullen.
Wanneer de hoeveelheid N beperkt wordt (b.v. ook om het aandeel klavers te verhogen) kan dat leiden tot een tekort aan P. Er wordt dan gezocht naar manieren van bemesten die meer P leveren ten opzichte van N.
...
Op alle gronden is sprake van uitmijning van sporenelementen als gevolg van de langjarige eenzijdige bemesting met NPK. Aanvulling met b.v. gesteentemelen, keltisch zeezout of zeewier kan grote voordelen hebben, ook voor de gezondheid van het vee, maar op dit punt moet nog veel worden onderzocht. Een mogelijkheid is instrooien van gesteentemeel in de stal om vocht te absorberen, zodat de koeien droger blijven (hiervoor wordt ook wel kalk gebruikt, maar dat leidt tot een versnelde afbraak van de mest). Mogelijk leidt instrooien met gesteentemeel ook tot een verminderde uitstoot van NH3 door snelle binding van urine. Het gesteentemeel wordt dan met de mest verspreid en op het land verder afgebroken, waarbij de sporenelementen vrijkomen.
Een aandachtspunt is een mogelijk tekort aan zwavel. Dit kan vooral in het vroege voorjaar een probleem zijn, na een vroege bemesting met (drijf)mest. Zie daarover een artikel in de Verdieping.
Bedrijfsdoel: weidevogelbeheer, later bemesten, voorweiden
Ook het bedrijfstype en bedrijfsdoel leiden tot keuzes w.b. bemesting. Boeren die b.v. aan agrarisch natuurbeheer doen of meer natuurinclusief willen werken kunnen andere keuzes maken dan boeren die vooral optimaliseren op de grasproductie en de productie per koe/geit. Wie weidevogels meer kansen wil geven kan b.v. kiezen voor niet of licht bemesten voor de eerste snede (met het oog op een wat opener grasmat en een latere maaidatum) en inzetten op een zwaardere tweede snede. Gebruik van ruige, strorijke, mest is goed voor de vogels en leidt tot meer ‘begeleidende’ en ‘functionele’ agro-biodiversiteit.
...
Een variant hierop is het zgn. voorweiden. Het maaiperceel wordt dan beweid tot 1 of 8 mei, en daarna met rust gelaten tot de uitgestelde maaidatum. De opbrengt van de eerste snede is dan duidelijk lager, maar dit wordt goedgemaakt door de directe voederopname tijdens het voorweiden. De eerste snede wordt na het voorweiden minder zwaar en dicht, er ontstaat geen holle zode en de graszode herstelt zich sneller na het maaien. Dit zou een oplossing kunnen zijn indien wordt gekozen voor een vroege bemesting met ruige strorijke mest. Ook dat heeft voordelen voor ook de weidevogels: zie boven.
Uitrijden mest
Er gelden regels voor het uitrijden van mest die ook voor biologisch grasland gelden. Uitgangspunt is 'emissie-arm uitrijden'. Zie hiervoor de RVO-pagina over mest uitrijden in de Verdieping. Kort samengevat:
...