Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Het doel van de mestverwerkingsplicht in het mestbeleid is om in de Nederlandse landbouw geen fosfaatoverschot te hebben. Veehouders die meer mest - uitgedrukt in kg fosfaat - produceren dan ze op eigen grond mogen gebruiken, en dus een mestoverschot hebben, hebben hiervoor een mestverwerkingsplicht. Mestverwerking houdt in dit geval volgens de mestwetgeving in dat een deel van de niet-plaatsbare dierlijke mest buiten de Nederlandse landbouw Nederland gebracht moet worden. Hiervoor

Nederland is Nederland opgedeeld in drie concentratiegebieden, met een verschillend verwerkingspercentage: Oost, Zuid en Overig. In regio Overig, waar geen mestoverschot bestaat, heeft een veehouder sinds een aantal jaren een verwerkingsplicht van 10% van zijn fosfaatoverschot, in regio’s Oost en Zuid is dit respectievelijk 52% en 59% van het overschotbedrijfsoverschot.

...

De mestverwerkingsplicht geldt in principe voor alle veehouders, maar kent een aantal uitzonderingen voor de hele het gehele fosfaatoverschot of een gedeelte van het mestoverschotervan:

  • Er bestaat een drempelwaarde van 100 kg fosfaat.

  • Voor bedrijven met een mestoverschot van maximaal 25% van de mestproductie is er de mogelijkheid voor een regionale mestafzetovereenkomst.

  • Bedrijven met minimaal 90% stromest.

  • Afvoer naar biologische bedrijven.

  • Afvoer naar grenspercelen.

  • Afvoer paarden- of pluimveemest naar een paddenstoelensubstraatproducent.

...

Een veehouder kan op verschillende manieren invulling geven aan zijn mestverwerkingsverplichting:

  1. door de mest rechtstreeks te (laten) exporteren;

  2. door de mest te leveren aan een door de NVWA erkend bedrijf dat mestkorrels (minimaal 90% droge stof) of verbrandingsassen (pluimveemestverbrandingscentrale BMC Moerdijk) produceert. In de praktijk exporteren deze bedrijven de geproduceerde meststoffen vrijwel volledig.

  3. Via Vervangende VerwerkingsOvereenkomst (VVO): in dat geval neemt een andere veehouder de verwerkingsplicht over.

...

De export van mest kan ook geschieden in een keten van meer dan twee bedrijven. Hiervoor dient een DPO (= Drie Partijen Overeenkomst) te worden afgesloten en geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een voorbeeld hiervan is dat een veehouder de mest op het bedrijf laat scheiden, de vaste mestfractie vervolgens afvoert naar een composteerbedrijf, die op zijn beurt de gehygiëniseerde en gecomposteerde mest via een exporteur buiten Nederland afzet. Hierbij wordt de niet verwerkte dunne fractie meestal elders op landbouwgronden in Nederland eigen percelen of percelen in de eigen regio afgezet.

Zo zijn er diverse combinaties mogelijk in ketens om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht. 

...