Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Licht is

een vorm van straling, het beweegt als een golf

elektromagnetische straling dat zich met een bepaalde golflengte door de ruimte beweegt. Er is energie gekoppeld aan de straling, gebundeld in deeltjes die we fotonen noemen. De hoeveelheid energie in een foton is afhankelijk van de golflengte

/kleur

(tabel).

Assimilatielampen produceren voornamelijk licht in de golflengtes 400 tot 700 nanometer (PAR licht). Daarbij komt ook warmte vrij.

 De omzetefficiëntie van

 De efficiëntie waarmee een lamp

is o.a.

elektriciteit omzet in licht is onder andere gerelateerd aan de kleur(en) van het licht

welke deze produceert. De

die de lamp afgeeft. De lampen hebben een effect

op de energiebalans en de kas

de kaslucht en

plant. De energie heeft effect op de energiebalans van een kas. De

het gewas. De fotosynthese van planten is niet gerelateerd aan de energie-inhoud van de straling maar aan het aantal fotonen dat door de plant wordt geabsorbeerd door chlorofyl.

In het fotosyntheseproces zijn alle fotonen gelijkwaardig. Niet alle energie uit een foton wordt benut. Het overschot wordt als warmte afgegeven aan de plant en de omgeving. Tabel Energie

 Daarom wordt voor het gedeelte van het licht dat door de planten gebruikt wordt voor de fotosynthese (PAR licht, 400-700 nm) de eenheid µmol fotonen m-2 s-1 gebruikt.

Energie inhoud van licht in de golflengte range 400 tot 725 nm.

Golflengte

[

(nm

]

)

Energie

[

(MJ.

mol¹]

mol⁻¹)

Kleur

400

0.2993

Violet

425

0.2817


450

0.2660


475

0.2520

Blauw

500

0.2394

525

0.2280

Groen

550

0.2177

575

0.2082

Geel

600

0.1995

625

0.1915

Oranje-rood

650

0.1842

675

0.1773

Rood

700

0.1710

725

0.1651

Verrood

Tip

De energie-inhoud van een foton verschilt per golflengte. De energie-inhoud van een 400 nm-foton (blauw) is bijvoorbeeld 1,75 maal hoger dan die van een 700 nm-foton (rood). De energie-inhoud is te berekenen met de volgende formule:

   

E = h * c / λ

E  energie foton in J 
h  constante van Planck   (h=6,626.10-34 Js)
c  lichtsnelheid (c = 3,00.108 m.s-1)
λ  golflengte in m

---

Om de energie-inhoud van licht per mol deeltjes (MJ.mol⁻¹) om te rekenen naar energie per oppervlakte (W.m¯²) moet bekend zijn hoeveel deeltjes (mol), van welke golflengte er per vierkante meter per seconde op het oppervlak valt. Bij een intensiteit van bijvoorbeeld 1000 μmol.m⁻².s⁻¹ is de energie per vierkante meter voor licht van 400 nm 299.3 W.m⁻².

In zonlicht in Nederland worden vuistregels aangereikt om globale straling naar PAR om te rekenen. Deze info combineren? Zo laten staan?