Uittreksel | ||
---|---|---|
| ||
Het tabaksratelvirus in planten veroorzaakt vooral pleksgewijs achterblijven in groei. Zieke planten kunnen ook verspreid staan, namelijk als het virus bij het uitplanten al in het materiaal aanwezig was |
...
...
Gladiolus, Paeonia, Phlox, e.a.
Wetenschappelijke naam: Tobacco Rattle Virus (TRV)
Groep: Virussen
...
...
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
...
© Copyright WUR, NVWA, Delphy, KAD, Landbrugsinfo
...
Herkenning |
---|
Het tabaksratelvirus in planten veroorzaakt vooral pleksgewijs achterblijven in groei. Zieke planten kunnen ook verspreid staan, namelijk als het virus bij het uitplanten al in het |
...
materiaal aanwezig was Door de virusaantasting ontstaat verminderde groei en uiteindelijk een lagere bloemproductie en een verminderde bloemkwaliteit. De symptomen verschillen per gewas. Op de meeste gewassen ontstaan vlekkerige |
...
gele en gestreepte patronen. Op Krokusbladeren ontstaan geelgroene en/of bleekwitte, brede strepen, en/of ruitvormige vlekken. Soms zijn de bladranden gekarteld. De bloemen kunnen gestreept zijn. De symptomen |
...
komen meestal niet in alle |
...
planten voor die op één knol zijn ontsproten. Andere symptomen die voorkomen zijn:
|
...
Levenswijze |
---|
Het tabaksratelvirus |
...
behoort tot de Tobravirusgroep (staafvormig; twee lengtes: 190 en 45-115 nm). Het virus kan door vrijlevende trichodoride-aaltjes (Trichodoridae) in zand- en lichte zavelgronden |
...
Verspreiding via mechanische wijze (beschadigingen) kan niet worden uitgesloten.
Het virus kan uit verschillende bronnen komen. Het perceel kan besmet raken uit voorafgaande teelten (opslag). Vervolgens kan aanwezig onkruid besmet raken. Nieuwe besmetting kan worden aangevoerd door het planten van besmette partijen of via besmet onkruidzaad.
...
worden overgebracht. Het virus heeft een zeer brede waardplantenreeks, waaronder bloembolgewassen en onkruidsoorten. De aantasting is vaak pleksgewijs. Soms komen gezonde scheuten naast zieke voor aan dezelfde plant. Het virus gaat bij vegetatieve vermeerdering over op het grootste deel van de nakomelingen |
...
De aantasting wordt bevorderd door een tussenteelt van Italiaans raaigras en gele mosterd als zogenaamde tussengewassen. Bladrammenas heeft echter als tussengewas een remmend effect op het optreden van de ziekte.
Het virus heeft een zeer brede waardplantenreeks, o.a.:
- Vaste planten: o.a. Anemone, Astilbe, Dicentra, Epimedium, Hemerocallis, Hosta, Hylomecon, Iris, Peaonia, Phlox
- Bolgewassen: fresia, gladiool, hyacint, krokus, narcis, tulp, Zantedescia
- Onkruiden: vele onkruiden, waaronder herderstasje, viooltje, vogelmuur, melganzevoet, zwarte nachtschade en klaproos.
De waardplantstatus kan per (para)Trichodoride-aaltje verschillend zijn. Als een bepaald (para)Trichodoride aaltje zich niet kan vermeerderen op een gewas (slechte waardplant), dan is het risico op TRV-overdracht vermoedelijk klein, ook al is dit gewas vatbaar voor TRV. Als een (para)Trichodoride-aaltje zich wel kan voeden op een waardplant van TRV is er wel een groot risico op overdracht.
...
. Bij gladiool kan door de teelt van kralen in besmette grond een besmetting met TRV ontstaan die pas later in de keten zichtbaar wordt. TRV komt ook op verschillende andere gewassen voor. |
Maatregelen |
---|
Op percelen met Trichodorus en Paratrichodorus moeten onderstaande maatregelen strikt worden gevolgd.
|
...
|
...
|
...
|
...
Paneel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
|
...
|
Meer informatie |
---|