Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Licht legt een hele weg af voordat het door planten in de fotosynthese gebruikt kan worden om suikers te maken die het mogelijk maken bloemen en vruchten aan te leggen:

1. Het begint met zonlicht.

2. De straling die aankomt bij de kas wordt door de onderdelen van de kasconstructie (metaal, glas, schermen, lampen, etc.) gereflecteerd, geabsorbeerd of doorgelaten (transmissie). Wolken, glas en schermen kunnen de kwaliteit en verstrooiing van het licht veranderen. 

3. Het licht dat wordt doorgelaten kan worden aangevuld met assimilatielampen.

4. Voordat het licht gebruikt kan worden in de fotosynthese moet het worden opgevangen door de bladeren van het gewas. Het bladoppervlakte van een gewas bepaalt o.a. de mate waarin licht wordt onderschept. Met de dichtheid van de planten (planten/m2) en gewashandelingen kan men invloed uitoefenen op de LAI en de hoeveelheid licht die wordt onderschept.

Uitvouwen
titleLees hier meer over bladoppervlakte index (LAI)
Tip

De bladoppervlakte index (Leaf Area Index ofwel LAI) drukt het oppervlakte blad uit per oppervlakte van de kas (m2/m2).
Met een hogere LAI vangt een plant meer licht op. Bij een te hoge LAI concureren de bladeren van verschillende planten om het licht.
Het kost daarnaast suikers om de weefsels van de bladeren te onderhouden. De ideale LAI is afhankelijk van de verwachtte lichtsom. 

5. Licht dat op een blad valt kan worden geabsorbeerd, gereflecteerd of er doorgeen bewegen (transmissie).

Uitvouwen
titleLees hier meer over transmissie, reflectie en absorptie van bladeren
Tip

Bladeren laten lage waardes zien van transmissie en reflectie in het blauwe licht (400-500 nm), hogere waardes in groen (500-600 nm), gevolgd door een afname in geel en rood (530-700 nm). In het verrood (700-800 nm) nemen zowel de transmissie als reflectie sterk toe. De absorptie van licht door bladeren is het hoogst in blauw licht (tussen 400-500 nm) en in een deel van het rood (600-700 nm). Groen licht (500-600 nm) en verrood licht (vanaf 700 nm) worden in mindere mate geabsorbeerd.

Percentages reflectie, transmissie en absorptie van het licht (350 nm-750nm) vallend op de bovenzijde of de onderzijde van tomatenbladeren.

6. De energie uit het geabsorbeerde licht wordt gebruikt in de fotosynthese. Fotosynthese is het proces in de bladeren waarbij CO2 via de huidmondjes opgenomen wordt en met behulp van de energie uit het licht omgezet wordt in suikers. De suikers die in de fotosynthese aangemaakt worden, zijn de bouwstoffen die een plant nodig heeft om te kunnen groeien en weefsels, knoppen, bloemen en vruchten te maken.

Uitvouwen
titleLees hier meer over fotosynthese
Tip

Het fotosyntheseproces bestaat uit twee deelprocessen: de lichtreactie en de donkerreactie. In de lichtreactie wordt de energie van licht omgezet in chemische energie (ATP en NADPH) door fotosystemen II en I.  Het licht wordt geabsorbeerd door pigmenten (zoals chlorofyl) die zich in de chloroplasten bevinden. De energie uit een geabsorbeerd foton wordt overgedragen op een elektron, deze gaat dan vanuit de grondtoestand naar een “aangeslagen” toestand met een hoger energieniveau. In aangeslagen toestand is een elektron instabiel en valt het snel terug naar de grondtoestand of draagt het de energie af. Dit kan op vier manieren:

  1. Er wordt een foton met een langere golflengte afgestaan: fluorescentie.

  2. De energie wordt omgezet in warmte.

  3. De energie wordt overgedragen aan een ander molecuul.

  4. De energie wordt overgebracht naar een reactiecentrum van een fotosysteem en kan gebruikt worden om ATP en NADPH te vormen.

ATP en NADPH (energie) worden in de donkerreactie gebruikt om suikers (C6H12O6) te maken uit CO2 .

Image RemovedImage Removed

Schematische weergave van de fotosynthese met daarin de deelprocessen van de lichtreactie en de donkerreactie. Schematische weergave van het elektronentransport van fotosysteem II naar fotosysteem I. 
Image Added

Image Added

7. Fotosynthese vind plaats in de bladeren (sources). De geproduceerde suikers (C6H12O6) worden tussen de weefsels (sinks) van de plant verdeeld. Dit heet assimilaten verdeling (assimilate partitioning). Er gaan suikers naar:

  • Groei-biomassa toename. De vorming van nieuwe bladeren, stengels, bloemen en vruchten. De glastuinbouwproducten.

  • Ademhaling voor groei en onderhoud van bestaande plantweefsels.

De kwantiteit en de kwaliteit van het licht hebben invloed op de hoeveelheid suikers die in het eindproduct terecht komen. Daarmee heeft licht invloed op de kwaliteit en de opbrengst van de producten. Assimilatiebelichting kan de kwantiteit en kwaliteit van het licht dat de planten bereikt beïnvloeden.

 

Informatie

Rapporten & Artikelen

Chrysant in Balans (2019)

Integrating Morphological and Physiological Responses of Tomato Plants to Light Quality to the Crop Level by 3D Modeling (2019)

Bladplukken tomaat - Experiment 2015-2016 ‘Tomatenproductie sturen van blad aar vrucht’ (2018)

Energiebesparing door bladpluk bij komkommer - Experiment 2016 (2017)

Plantmonitoring op basis van fotosynthese sensoren (2017)

Plantmonitoring op basis va fotosynthese sensoren - Ontwikkelen en testen van sensoren (2016)

Fotosynthese-efficiency bij verschillende golflengten (2011)

Spectral dependence of photosynthesis and light absorptance in single leaves and canopy in rose (2011)

Assimilaten uit een komkommerblad: waar gaan ze heen? (2006)

Verdere optimalisering belichting bij komkommer (2005)

Lichtefficiëntie bij courgette (2000)