Zonlicht heeft op het aardoppervlak een golflengtebereik van 300 - 2500 nanometer. Binnen dit bereik bevindt zich ultraviolet (UV), fotosynthetisch actieve straling (PAR) en infrarood straling (IR).
Indeling van straling naar golflengte
Naam | Afkorting | Golflengte (nanometer) | |
Ultraviolette straling | UV* | UV-C UV-B UV-A | < 280 280 – 315 315 – 400 |
Fotosynthetisch actieve straling | PAR | B (blauw) G (groen) R (rood) | 400 – 500 500 – 600 600 – 700 |
Nabij infrarode straling | NIR | FR (verrood) NIR | 700 – 800 800 – 3000 |
Verre infrarode straling | FIR** | 3000 – 100.000 |
* UV met een golflengte < 300 nanometer bereikt het aardoppervlak niet.
** FIR wordt niet direct geëmitteerd door de zon, maar is warmtestraling.
PAR heeft een bereik van 400 - 700 nanometer en is het deel van de globale straling dat door planten voor fotosynthese kan worden benut. De fotosynthese van planten is niet zo zeer gerelateerd aan de totale energie-inhoud van de straling (W/m2) maar aan het aantal fotonen. PAR wordt daarom uitgedrukt in micromol per seconde per vierkante meter (µmol/s/m2). De gemiddelde PAR sommen per maand in Nederland worden weergegeven in onderstaande grafiek.
Op heldere dagen is het aandeel PAR in de globale straling rond 45% en dit aandeel neemt toe tot rond 55% op volledig bewolkte dagen. Om globale straling naar PAR om te rekenen kan de volgende vuistregel gebruikt worden:
1 W/m2 globale straling = 2.15 µmol/s/m2
1 MJ/m2 globale straling = 100 J/cm2 = 2.15 mol/m2