Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 8 Volgende »

Hier volgen een aantal tekstvragen/opdrachten bij de verschillende hoofdstukken.

Natuurinclusieve landbouw, wat is dat?

  1. Wat houdt Natuurinclusieve landbouw in?
  2. Noem 3 voorbeelden van natuur rond het bedrijf.
  3. Noem 3 manieren om de natuur een handje te helpen.

Bekijk de eerste 8 minuten van de film: ‘Boeren met natuur’ nogmaals en maak de volgende vragen:

 

 

4. Noem 3 redenen waarom deze boeren kiezen voor ‘boeren met natuur’

5  Waarom vindt de overheid het ook belangrijk dat de boeren Natuurinclusieve boeren?

6. Hoe probeert de overheid ervoor te zorgen dat de landbouw over 10 jaar kan zorgen voor voldoende voedsel?

7. Wat vindt de burger van Natuurinclusieve boeren?

8. Wat zou een burger kunnen doen om de natuur meer kans te geven?

Bekijk de infografic: Relatie tussen intensiviteit bedrijfsvoering en biodiversiteit (Felixx, 2016) en beantwoord de volgende vragen:

Relatie tussen intensiviteit bedrijfsvoering en biodiversiteit (Felixx, 2016).


9. Waardoor staat de biodiversiteit op het platteland onder druk?
10. Wanneer is volgens de figuur de biodiversiteit het laagst.
11. Wat wordt verstaan onder risico beheersing?
12. Wanneer is volgens de figuur de input het laagst?
13. Wat versta je onder een stabiel systeem?
14. Waarom is de input veel lager bij een bedrijf dat heel extensief teelt?

Bekijk nogmaals de film: ’Boeren met natuur’ en maak vervolgens de vragen:
15. Wat bezielt de boeren die bezig zijn met boer en natuur?
16. Welke kritiek is er op agrarisch natuur beheer ?
17. Beschrijf kort de reactie van enkele boeren op de kritiek?
18. Is de natuur volgens de geïnterviewde boeren inpasbaar?
19. Wat doen de collectieven?
20. Waarom is een verdienmodel nodig om werken met de natuur ook voor agrarische bedrijven haalbaar te maken?

 

Inspirerende voorbeelden

1. Waarom ploegt Tonny Groot Koerkamp zijn grond pas in het voorjaar om?
2. Waarom heeft Tonny Groot Koerkamp een vogelkast voor de torenvalk?
3. Hoe heeft Pieter van Reeuwijk geprobeerd om zijn akkerrandenproject gesponsord te krijgen?
4. Hoe vindt bij akkerbouwer VOF van den Dries het natuurbeheer plaats?
5. Beschrijf hoe de VOF van den Dries investeert in zonnepanelen?
6. Hoeveel procent van de omzet van Klaas Oevering wordt verdiend met weidevogels en hoe werkt dat dan?
7. Waarom kan Oevering niet direct leveren aan de Campina als hij overschakelt op biologisch?
8. Hoe verdient Bote de Boer aan de natuur?
9. Wat versta je onder plas-dras (zie film Bote de Boer)?
10. Bij Keizersrande is de volgende zin te lezen: De werkzaamheden en het onderhoud van het landschap en de natuur zijn investeringen in de community. Leg uit wat daarmee wordt bedoeld?
11. Wat is een gesloten kringloop (kijk filmpje Keizersrande)?
12. Waarom komen de mensen die op de camping verblijven vaker terug volgens Janse (bedrijf in Wolphaartsdijk)?
13. Op welke manier onderhoudt Janse zijn bodem zo duurzaam mogelijk?
14. Waaruit blijkt dat Henk Pelleboer denkt vanuit marktbehoeften?
15. Noemt 3 maatregelen die Henk Pelleboer neemt om uiteindelijk meer weidevogels in zijn gebied te krijgen (zie film Henk Pelleboer).
16. Waarin zit volgens Poppink in Winterswijk de winst van agrarisch natuurbeheer?
17. Welke nestkasten heeft Poppink opgehangen en hebben ze gewerkt?

 

Agrobiodiversiteit

De biodiversiteit op agrarische bedrijven of agrobiodiversiteit, speelt een belangrijke rol in een natuurinclusieve landbouw.
Je kunt die agrobiodiversiteit typeren aan de hand van;

  • Gezonde bodem
  • Specifieke soorten – dieren en planten
  • Landschap.

De soorten, bodem, landschapelementen en verbindingszones hangen nauw met elkaar samen maar we behandelen ze als afzonderlijke thema’s.


Gezonde bodem
1. In de bodem leven verschillende organismen. Wat verstaan we onder een organisme?
2. We kunnen organismen verdelen in micro organismen en macro organismen. In de tekst worden een aantal voorbeelden genoemd. Geef aan of het micro- of macro organismen zijn.
3. Bodemorganismen hebben invloed op de groei van planten. In de tekst worden er zes genoemd. Welke zes?
4. Waarom zijn weidevogels gebaat bij een gezonde bodem?
5. Waarom is de bodembiodiversiteit in grasland hoger dan in akkerland?
6. In de tekst worden vijf voorbeelden genoemd hoe we bodemleven kunnen beïnvloeden. Welke zes?

Specifieke soorten – dieren en planten
1. Rond het agrarische bedrijf vind je verschillende soorten vogels. Bijvoorbeeld weidevogels. Zoek van drie weidevogels een afbeelding en zet de naam erbij.
2. Waar leven weidevogels vooral van?
3. Welke organisatie helpt de weidevogel?
4. Op een boerenerf zijn kan je ook verschillende vogels. Zoek van drie erfvogels een afbeelding en zet de naam erbij.
5. Hoe kun je boerenlandvogels (akkervogels) helpen?
6. Welke organisatie helpt de boerenlandvogels?
7. Welke typische akker(on)kruiden zijn verdwenen?
8. In de tekst worden twee redenen genoemd waarom deze kruiden zijn verdwenen. Welke twee?
9. Akkerkruiden zijn een voedselbron voor insecten. Waarvoor hebben wij insecten nodig?
10. Maak een voedselweb van een weiland of een akkerland.
11. Naast vogels zijn er op een agrarisch bedrijf nog meer (erf)dieren. Zoek voor drie (erf) dieren een afbeelding en zet de naam erbij.

Landschap
1. Noem enkele voorbeelden van ‘boerenlandschap’ die al van oudsher deel uit maken van het landschap.
2. Noem nog twee ‘boerenlandschappen’.
3. Woon jij ook in een typisch boerenlandshap? Zo ja welke.
4. Noem enkele erfdieren op een boerenbedrijf met bij elk het voedsel dat ze eten?
5. Maak een voedselweb waarin het boerenerf een rol speelt.
6. Veel landschapselementen zijn afgelopen eeuw verdwenen. Waarom denk jij?

 

Maatregelen

 

1. In het rapport ‘Maatregelen Natuurinclusieve landbouw’, worden verschillende maatregelen genoemd voor een voor natuurinclusieve landbouw. Noem er drie.
2. Wat verstaan we onder een groenbemester of vanggewas.
3. In de tekst worden vier voordelen van een groenbemester genoemd. Welke vier en leg uit.
4. Waarom komt vanggewas dan toch vaak negatief in het nieuws? Wat zou een landbouwer hier tegen kunnen doen?
5. Wat verstaan we onder ‘niet kerende grondbewerking?
6. Wat is het nadeel van kerende grondbewerking?
7. Waarom zijn regenwormen belangrijk in de bodem?
8. Als we naar het voedsel web van akkerland of grasland kijken. Waarom is de regenworm dan ook belangrijk?
9. Wat verstaan we onder kruidenrijk grasland?
10. Waardoor kan kruidenrijk grasland een bijdrage leveren aan de opbrengst van een grasland?
11. Waarom moeten we grasland eigenlijk voor een langere periode aanhouden
12. In welk grasland, oud grasland of tijdelijk grasland, is de biodiversiteit groter. Leg uit.
13. Wat voor maatregel kan de boer nemen op zijn erf om de biodiversiteit te vergroten?
14. Door welke 4 factoren wordt de grondgebondenheid van een melkveebedrijf bepaald?
15. Wanneer voldoet een veehouder aan de derogatie-eisen?
16. De tekst gaat vooral over de maatregelen die melkveehouders kunnen nemen op het gebied van biodiversiteit. Geef een beschrijving van minimaal 5 maatregelen die een akkerbouwer met aardappelen, bieten en graan kan nemen om meer natuurinclusief te gaan telen. Voorbeelden uit de veehouderij die mogelijk zijn mogen ook genoemd worden. Geef kort aan wat de effecten zijn van de betreffende maatregelen voor dit bedrijf.

  • Geen labels