Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 9 Huidig »

Licht bevat informatie over de omgeving van een organisme. Het lichtspectrum bevat bijvoorbeeld meer groen en verrood licht onder een bladerdek dan boven dat bladerdek. Het waarnemen van licht is dan ook van belang voor insecten, mijten, schimmels en bacteriën. Licht kan de fotoreceptoren van insecten en mijten direct bereiken, als fotonen die worden uitgezonden door een lichtbron, of indirect via reflectie door objecten en/of transmissie door een medium (bladeren, kasdekmateriaal). Met assimilatiebelichting kun je in theorie op de perceptie van licht door insecten, mijten, schimmels en bacteriën inspelen.

Insecten en mijten

Licht kan door insecten en mijten worden waargenomen via fotoreceptorcellen in samengestelde ogen, simpele ogen (stemmata & ocelli) en via fotoreceptorcellen die buiten een netvlies liggen. Het levensstadium is van belang in de perceptie. Volwassen insecten en nimfen van hemimetabole insecten (insecten met een onvoledige gedaanteverwisseling) hebben zowel simpele ogen als samengestelde ogen. Larven van holometabole insecten (insecten met een volledige gedaanteverwisseling) en mijten hebben alleen simpele ogen.

 Lees hier meer over samengestelde ogen en simpele ogen (stemmata & ocelli)
  • Samengestelde ogen hebben een hoge ruimtelijke resolutie, waarmee kleuren, vormen, patronen, contrasten en beweging goed kunnen worden waargenomen, waardevolle informatie voor de navigatie.

  • Dorsale ocelli zijn simpele organen met een zwakke ruimtelijke resolutie, maar een hoge absolute gevoeligheid voor UV en zichtbaar licht en een snelle signaaloverdracht. Hun belangrijkste functie is het scannen van de horizon voor het spectrum en de intensiteit van het licht, en om algemene informatie benodigd voor navigatie te verzamelen.

  • Stemmata, waarover vooral de larven van holometabole insecten beschikken, hebben een lage resolutie maar kunnen wel kleur onderscheiden en gepolariseerd licht detecteren. De stemmata van sommige rupsen hebben fotoreceptoren die gevoelig zijn voor UV-, blauw- en groen licht, en de rupsen gebruiken kleur om de juiste plek te vinden om te verpoppen (onder groene bladeren en niet in open plekken).

  • De meeste insecten en mijten hebben ook fotoreceptoren die buiten het netvlies liggen, zoals zogenaamde cryptochromen (blauwlicht-absorberende eiwitten) en carotenoïden, welke met name een rol spelen in de regulatie van de biologische klok en de inductie van diapauze.

De meeste bestudeerde insecten hebben drie verschillende typen fotoreceptoren, één die gevoelig is voor UV licht, één die gevoelig is voor groen licht en één voor blauw licht. Er is slechts beperkte informatie over de spectrale gevoeligheid van de fotoreceptoren van soorten die plagen vormen in kassen en hun natuurlijke vijanden. Spintmijt (Tetranynchus urticae), kaswittevlieg (Traleurodes vaporariorum), een sluipwesp van de kaswittevlieg (Encarsia formosa) en de Californische trips (Frankliniella occidentalis) hebben 2 typen fotoreceptoren, met maximale gevoeligheid in het UV en groene lichtspectrum. De groene perzikluis (Myzus persicae) en de commercieel gebruikte bestuiver Bombus terrestris hebben de drie bovenbeschreven fotoreceptoren.

Schimmels en bacteriën

Filamenteuze schimmels onderhouden een complex regulerend netwerk van fotoreceptoren en signaaltransductie routes die hen in staat stellen om op licht te reageren. Een studie beschrijft het voorkomen van 16 soorten fotoreceptoren in verschillende families van de Ascomycota, een diverse groep schimmels waartoe ook de meeste belangrijke plant-pathogene schimmelsoorten behoren. Onder deze 16 soorten fotoreceptoren bevinden zich 3-4 receptoren voor ‘near-UV’/blauw licht, 4-6 receptoren voor blauw licht, 2 receptoren voor groen licht en 3-4 receptoren voor rood/verrood licht. Er zijn twee goed-bestudeerde modelorganismen voor de interactie tussen licht en schimmels, de saprofytische schimmels Neurospora crassa en Aspergillus nidulans. Daarnaast is ook gewerkt aan de invloed van licht op de biologie van enkele plantpathogene schimmels, waaronder Botrytis, echte meeldauw, Fusarium en Colletotrichum acutatum. Er zijn ook studies aan effecten van licht op de zogenaamde entomopathogene schimmels waarmee insecten kunnen worden bestreden.

Bacteriën gebruiken een scala aan fotoreceptoren. Het is duidelijk dat licht het ziektemakend vermogen van plant-pathogene bacteriën kan beïnvloeden. Een aantal recente studies hebben de rol van deze fotoreceptoren in de ziekteontwikkeling van bacteriële plantenziektes bestudeerd.

  • Geen labels