Dit hoofdstuk bespreekt de gezondheid van insecten. Of de insecten gezond zijn en/of hoe snel ze ziek worden, is van verschillende factoren afhankelijk. We verdelen de verschillende factoren in drie groepen: het dier, het milieu (ook wel de omgeving) en de ziektekiemen.
Dier
Welke gezondheidsproblemen een rol spelen is afhankelijk van verschillende dierfactoren. Elk soort insect heeft eigen dierziektes en deze kunnen verschillen in de verschillende stadia (bijv. larve, pop of vlieg). Dit hoofdstuk richt zich op de Black Soldier Fly, de meelworm, de krekel en in beperkte mate op de huisvlieg.
De herkomst van de dieren zorgt ook voor verschillen: is het een tropische of westerse soort, wat is de genetische afkomst en weerstand van de insecten en op welke manier planten ze zich voort (pootgoed, wildvang). Er zijn ook insecten verkrijgbaar met specifieke weerstand tegen bepaalde ziekten. Deze kunnen eventueel aangekocht worden met gezondheidscertificaat.
Milieu
De omgeving (het milieu) speelt een belangrijke rol bij het wel of niet ontstaan van gezondheidsproblemen. De meeste ziekten beginnen namelijk in een suboptimaal management in combinatie met een slecht milieu. De kwaliteit van de lucht en het substraat in de ruimte waar de insecten leven, is één van de punten die het risico’s op ziektes beïnvloed. Denk bijvoorbeeld aan de vochtigheid, temperatuur, de luchtverversing of de aanwezigheid van schimmels en bacteriën. De mogelijkheid voor het binnendringen van ongedierte en wilde insecten verhoogt de kans op ziekten. Het aantal insecten in een ruimte en het voer hebben tenslotte ook invloed.
Ziektekiemen
De ziektekiemen (ook wel micro-organismen genoemd) die voor kunnen komen zijn virussen, bacteriën, schimmels en parasieten. Een virus is de kleinste ziektekiem met een grootte tussen 20-300 nm (nanometer). Een bacterie is groter, namelijk 1-5 µm (micrometer). Parasieten hebben een grootte vanaf 2 µm en schimmels hebben een variabele grootte. Verderop zullen de verschillende ziektekiemen per insect behandeld worden.
Wat doen we met de bronnen/ bronverwijzing?