Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 3 Huidig »

Inleiding: Klei wordt al eeuwenlang gebruikt voor medische doeleinden. Het gebruik van klei varieert van bescherming van het maagdarmkanaal, als laxeermiddel en als middel tegen diarree tot aan de verzorging van huidwonden. (Carretero, 2002). Verschillende onderzoeken laten zien dat kleimineralen daarom een goede uitwerking op de diergezondheid hebben.

Definitie: Medische klei kan men verdelen in twee hoofdgroepen. Fylosilicaten (vergelijkbaar met dunne laagjes die vocht vasthouden) en tectosilicaten (vergelijkbaar met een groot geladen drie-dimensionaal raamwerk waaraan stoffen kunnen binden).

fylosilicaten

tectosylicaten


Wetgeving: diervoederadditief/aanvullend diervoeder


Soorten: Fylosilicaten en tectosilicaten
Tectosilicaten: Zeoliet, clinoptiloliet
Zeoliet is een vulkanisch kleimineraal, rijk aan mineralen en spoorelementen.
Clinoptiloliet is een soort zeoliet; het bestaat uit aluminosilicaten opgebouwd uit zuurstof, silicium en aluminium in de structuur. Het absorbeert mycotoxines en andere gifstoffen (zware metalen), geen vitamines, spoorelementen, aminozuren, etc. dankzij de kleine poriestructuur.
Fyllosilicaten: kaoliniet, bentoniet (montmorilloniet)

Biologische activiteit/Werkingsmechanisme: Kleimineralen binden gifstoffen van bv planten, zware metalen, aflatoxinen (mycotoxines), virussen en enterotoxines (Carretero, 2002; Thacker, 2013). Ook kunnen kleimineralen ammonium (NH4+) in de mest binden, zodat dit niet meer naar ammoniak (de gasvorm, NH3) overgaat. Dit geeft een beter stalklimaat en minder irritatie van de luchtwegen van dieren (Carretero, 2002). Kleimineralen hebben ook een positieve invloed op de integriteit van de darmwand, met name door de slijmlaag in stand te houden waardoor de darmen minder aangetast kunnen worden (Carretero, 2002). Minder aantasting van de darmcellen komt het welzijn en groei van het dier ten goede. Kleimineralen werken tegen diarree en verminderen de ernst van diarree (Song et al., 2011).
De dierlijke systemen waarop ze effect hebben: algehele gezondheid door binden van toxinen, darmgezondheid, indirect op de luchtwegen.


Toepassingen: Binden van toxines (o.a. mycotoxines), darmgezondheid, reductie ammoniak.

Onderzoek:

Bij een dosering van 0.3% aan kleimineralen was te zien dat de Coli-uitscheiding bij biggen verminderde (Song et al, 2011). Kleimineralen zijn van invloed op de vertering doordat ze een katalysatorfunctie hebben bij het afbreken van koolhydraten (Shapiro 1986; Trckova 2004). Bij volwassen koeien die vanaf 4 weken voor de partus tot de volgende droogstand 1,25 of 2,5 % clinoptiloniet door het voer kregen bleek dat bij de hoogste gift het aantal gevallen met klinische ketose minder en de melkgift hoger was vergeleken met een negatieve controlegroep (Katsoulos et al., 2006). De groepen bestonden uit 17 of 18 koeien die vergelijkbaar waren qua melkgift en paritiet.


Maagzweren. Uit slachtonderzoek blijkt dat tot 25% van de dieren een lichte beschadiging van de maag tot maagzweer heeft. De uitval door ulceratie (perforatie) van de maagwand wordt geschat op 0,5 - 1% van de dieren. De kleimineralen (Kaolin) in ImPactPoeder hebben een positieve uitwerking op het voorkomen van maagzweren. In een praktijkproef viel het op dat bij meerdere bedrijven het zogenaamde "ondereind" van de dieren baat had bij een gift ImPactPoeder. Het verstrekken van ImPactPoeder heeft een positieve invloed op de voerefficiëntie. Dit doordat ImPactPoeder een katalysatorfunctie heeft bij het afbreken van koolhydraten. (Shapiro, 1986; Trckova, 2004)

In Vietnam is onderzoek bij varkens uitgevoerd (Dong, 2009). Doel was het effect van Klinofeed (clinoptinoliet) in voer voor vleesvarkens te testen op productieve parameters zoals gewichtstoename, voerverbruik, voederconversie en economisch rendement. De proef is uitgevoerd bij 120 biggen, verdeeld over 4 groepen met 0, 0,05, 0,1 en 0,2% Klinofeed in het voer. De Klinofeed dieren vertoonden een hogere dagelijkse groei vergeleken met de controledieren (respectievelijk 5,77%; 6,96%; en 7,69%), die opliep met de concentratie Klinofeed. De economische resultaten waren het best bij 0,05% inclusie. Daarnaast is de toxinebindende capaciteit van Klinofeed getest bij varkens gevoerd met aflatoxine besmet voer met of zonder Klinofeed. Hiervoor werden vier varkens van 50 kg in twee groepen werden verdeeld. Groep 1 werd gevoerd met basaal dieet zonder Klinofeed terwijl groep 2 dieet met 0,1% Klinofeed kreeg. Zowel groep 1 (controle) als groep 2 werd kregen gedurende 4 dagen 50 ppb puur aflatoxine toegevoegd aan het voer. Alfatoxinegehaltes werden bepaald in de urine. De Klinofeed varkens hadden 0% en 10,24% van de opgenomen aflatoxine uitgescheiden in de urine, versus 26,41% en 29,95% bij de varkens die geen Klinofeed kregen.


Er is ook onderzoek gedaan naar de effecten op de mest bij toevoeging van 4% zeoliet (clinoptiloliet) aan voer voor varkens of directe toevoeging aan de mest (Tiwari, J. 2007). Dit gaf een vermindering van de geur van de mest, die ook makkelijker te verwerken was. Eerder onderzoek (Vargova et al., 1999) liet zien dat toevoeging van clinopttiloliet (1-10%) aan varkensmest het ammoniak gehalte na 21 dagen en 42 dagen respectievelijk 48% en 56% verlaagde.

Onderzoek bij andere diersoorten. Het Louis Bolk instituut heeft een onderzoek gedaan naar de effecten van clinoptiloliet bij melkgeiten (Verwer en van Eekeren, 2011). Clinoptiloliet had geen effect op het eiwitgehalte van de melk maar het vetgehalte was 0.1 tot 0.4% verhoogd. Ook was het celgetal significant lager. Ander onderzoek bij geiten liet een significant verhogend effect op het melkvetgehalte zien en een significant verlagend effect op het celgetal bij een hoeveelheid van 2,5% in het krachtvoer (Katsoulos et al., 2009).

Literatuur:
Carretero, M.I. 2002. Clay minerals and their beneficial effects upon human health; A review. Applied Clay Science, vol. 21, 155-163.
Duong Duy Dong, 2009. Use of mycotoxin binders (Klinofeed) in growing pig diets. Technical Report Klinofeed.
Katsoulos, P.D., Panousis, N., Roubies, N., Christaki, E., Arsenos, G., Karatzias, H. 2006. Effects of long-term feeding of a diet supplemented with clinoptilolite to dairy cows on the incidence of ketosis, milk yield and liver function. Veterinary record 159, 415-418.

Katsoulos, P.D., Zarogiannis, S., Roubies, N., Christodoulopoulos, G., 2009. Effect of long-term dietary supplementation with clinoptilolite on performance and selected serum biochemical values in dairy goats. American Journal of Veterinary Research 70(3), pp. 346-352.
Kessler, J. and C. Sigrist, 1995. Mineralische Ballaststoffe in der Wiedrkäuerfütterung. Agrarforschung 2; 65-68.
Lipson, S.M.and Stotzky, G. 1983. Adsorption of reovirus to clay minerals: effects of cation-exchange capacity, cation saturation, and surface area. Applied and Environmental Microbiology 46, 673-682.
Shapiro, R. 1986. Prebiotic ribose synthesis: a critical analysis. Dept. of Chemistry, New York.
Song, M., Liu, Y., Soares, J.A., Che, T.M., Osuna, O., Maddox, C.W., Pettigrew, J.E. 2011. Dietary clays alleviate diarrhea of weaned pigs. Journal of Animal Science 90, 345-360
Thacker, A.P. 2013. Alternatives to antibiotics as growth promoters for use in swine production. A review. Journal of animal science and biotechnology 4, 35.
Trckova, M., Matlova, L., Dvorska, L. Pavlik, I. 2004. Kaolin, bentonite, and zeolites as feed supplements for animals: health advantages and risks. Vet. Med. - Czech 49, 389-399.
Tiwari, J., 2007. Zeolite as natural feed additives to reduce environmental impacts of swine manure. Thesis McGill University Montreal.
Vargova, M., Ondrasovicova, O., Ondrasovic, M., Venglovsky, J., Sasakova, N., 1999. Application of zeolite (clinopttilolite) in the process of stabilisation of the solic fraction of pig slurry. In: Ramiran 98 actes de la 8e conférence internationale sur les stratégies de gestion des déchets organiques en agriculture: Proceedings of the oral presentations. Martinez, J. and Maudet, M.N. (eds). Editions Quae.
Verwer, C. en N. van Eekeren, 2011. Sturen in melkproductie en melksamenstelling. Louis Bolk rapport 23.

Producten die kleimineralen bevatten, beoordeeld op 04.17.23: Impact poeder, Herbavit, UltraSorbTM, Klinofeed, Lely Essentials Comfort Care, e.v.a.

Samengesteld door: De Koolstofkring, aangevuld door Maria Groot

Disclaimer: deze factsheet is samengesteld in 2023, de lijst met producten is van 2023. In de tijd komen er nieuwe producten bij en verdwijnen er van de markt.

  • Geen labels