Gewas: Peer
Wetenschappelijke naam: Alternaria alternata
Groep: Schimmels
Perentak met enkele dode (niet uitlopende) knoppen | Links gezonde perenknop en rechts perenknop waarin middelste bloempje is aangetast |
Volledig aangetaste perenknop |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Knop- en bloesemsterfte zijn al jaren bekend bij peer. Het gaat hierbij om twee verschillende ziekten. Bloesemsterfte wordt veroorzaakt door de bacterie Pseudomonas syringae pv. syringae.
Deze aantasting treedt voornamelijk op wanneer er tijdens de bloei sprake is van natte en koude omstandigheden. Bloemknopsterfte werd ook lange tijd aan Pseudomonas syringae pv.syringae toegeschreven. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de schimmel Alternaria alternata vrijwel altijd in dode bloemknoppen van peer werd gevonden, maar Pseudomonas zelden. Knop- en bloesemsterfte zijn te herkennen aan het niet uitlopen van bloemknoppen in het voorjaar of aan het plotseling verwelken en afsterven van bloesems als gevolg van stilstand in de ontwikkeling. Vooral de rassen Conference en Beurré Alexander Lucas zijn gevoelig. Ook wordt wel Pseudomonas in aangetaste bladeren, scheuten en jonge vruchten gevonden.
De schimmel Alternaria alternata komt vrij algemeen voor en is vaak wel te vinden op de boom of in knoppen, zonder dat dit tot aantasting leidt. Al vroeg in het seizoen kunnen perenknoppen overgroeit zijn met Alternaria. Wanneer de knoppen groter worden, kan de schimmel de knop binnendringen. Dit leidt niet altijd tot symptomen. Ook zit er variatie in de mate waarin aantasting tot stand komt. In het najaar kan de schimmel een bloempje aantasten en vervolgens gedurende de winter steeds meer, totdat zelfs de gehele knop aangetast is en verrot. Dit levert in het voorjaar de typische dode knoppen: knoppen die in het geheel niet uitlopen, maar vaak afbreken en afvallen. Wanneer de aantasting in de winter minder zwaar doorzet, blijven soms nog enkele bloemen intact, die in het voorjaar nog volledig kunnen uitlopen. De schimmel overleeft als mycelium of als sporen op dood organische materiaal, komt vrij algemeen voor en kan vele jaren overleven. Infecties komen vooral op gang bij neerslag en hogere temperaturen. Of infecties tot symptomen leiden, hangt vooral af van de vitaliteit van de boom.
Omdat de schimmel waarschijnlijk alleen toeslaat als de omstandigheden gunstig zijn, zullen maatregelen erop gericht moeten zijn om de perenbomen in goede conditie te houden. Te denken valt aan goede ontwatering, goede vochtvoorziening en bemesting, regelmatige groei, enz.
Uit onderzoek is geen relatie gebleken tussen maatregelen voor groeibeheersing en het voorkomen van dode knoppen.
Wel zijn een aantal (nog) niet toegelaten middelen effectief gebleken tegen dode knoppen, mits ze op de goede momenten werden gespoten. Wanneer infecties precies plaatsvinden in nog onbekend. Een goede bestrijdingsstrategie is daarom op dit moment niet te geven.