Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 3 Volgende »

Gewas: Kool

Wetenschappelijke naam: Evergestis fortificalis

Groep: Insecten

Late koolmot, in rust staan de vleugels in een steile tentachtige houding

De traag bewegende bleekgroene rupsen leven met name aan de onderzijde van de bladeren.


Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo


Herkenning

De late koolmot, ook wel lijnvalkmot genoemd, komt voor in de gematigde gebieden van Europa, Azië en Noord-Amerika. In rust staan de vleugels in een steile tentachtige houding. De vlinder vliegt 's nachts en wordt door licht aangetrokken. De vlinders hebben een spanwijdte van 22-30 mm.

De eitjes worden aan de boven- en onderzijde van het blad afgezet. Eieren ca. 1,5 mm, zijn vrij vlak en worden met een gladde doorzichtige laag de eitjes afgedekt waardoor deze soms lastig te vinden zijn. Per waardplant worden 5-10 eitjes afgezet, soms meerdere eitjes bijeen.

De traag bewegende bleekgroene rupsen leven met name aan de onderzijde van de bladeren en zijn gemakkelijk op te sporen door te kijken naar grote bladeren met verse vraat. De jonge rupsen bezitten een licht lichaam en kop, maar de haren zijn erg kenmerkend: vaak staan deze enigszins gekruist en zijn ze tamelijk lang en breed. De jonge bleekgele rupsen veroorzaken schraapvraat, gevolgd door venstervraat. Later vreten ze gaten in de bladeren, ook in de top van de plant. De groeipunt van de plant kan worden beschadigd. De kleur van de rupsen verandert van bleekgeel naar groen. De oudste rupsen hebben een donkere streep over de rug en een lichtbruin kopkapsel.

Levenswijze

De vliegtijd is van mei tot september. De Late koolmot heeft twee generaties per jaar. De eerste generatie vliegt in mei en juni en de tweede van eind juli tot september. Het vrouwtje legt op de bladnerf van jonge blaadjes of op de stengel een pakketje van platte geleiachtige eieren, die in groepjes van ongeveer tien worden afgezet. Na ongeveer acht dagen komen de rupsen uit. De overwintering vindt plaats als rups, waarbij in de strooisellaag in september een kleine cocon gesponnen wordt. De rups verpopt in het voorjaar, ontpopt in mei en vliegt dan uit.

Maatregelen

Gewasbehandeling volgens voorschrift, eventueel via geleide bestrijding.

  • Geen labels