- Stamboom registratie is de ruggengraat van de fokkerij omdat het gebruikt kan worden om de additief genetische relatie tussen dieren te bepalen. Deze additief genetische relatie is de hoeveelheid DNA die dieren gemeenschappelijk hebben omdat ze aan elkaar verwant zijn.
- Een stamboom heeft alleen voorspelbare waarde voor de kenmerken van een dier wanneer een uniek en betrouwbaar identificatiesysteem wordt gebruikt in het fokkerijprogramma.
- Na de geboorte hoort ieder dier een uniek identificatienummer te krijgen en zijn ouders moeten zonder enige twijfel bekend zijn. Een andere eis is dat metingen (fenotypes) aan dieren (bijv. schofthoogte, melkproductie etc.) gecombineerd worden met het correcte identificatienummer van het dier.
- Monogene kenmerken kunnen worden geregistreerd in klassen en kunnen worden gescoord als 0 of 1 (in het geval van 2 klassen) of in 1, 2, 3, 4, …, n (in het geval van meerdere klassen).
- Polygene kenmerken kunnen worden geregistreerd op een numerieke schaal. De gemiddelde waarde van zo’n kenmerk in een populatie heet het gemiddelde en de variatie tussen dieren wordt weergegeven met de standaard deviatie. De coëfficiënt van variatie is de standaard deviatie gedeeld door het gemiddelde.
- Het verband tussen twee polygene kenmerken kan worden beschreven als de covariantie tussen de kenmerken, de correlatie en de regressie.
- Selectiekenmerken worden bij voorkeur gemeten aan selectie kandidaten. Voor belangrijke kenmerken die moeilijk te meten zijn, of voor kenmerken die pas op latere leeftijd of zelfs aan het einde van het leven tot uiting komen, zijn indicatorkenmerken van grote waarde.
- Selectiekenmerken kunnen ook worden gemeten aan voorouders, volle broers of zussen, halfbroers of –zussen of nakomelingen omdat er additieve genetische relaties bestaan met de selctiekandidaat.
- DNA merkers kunnen worden gebruikt voor ouderschapscontrole, marker-assisted selectie voor positieve eigenschappen (bijvoorbeeld. kwaliteit gerelateerde eigenschappen), marker-assisted selectie tegen negatieve eigenschappen (bijvoorbeeld erfelijke gebreken) en genomic selection.
Algemeen
Inhoud
Integraties