Gewas: Prei
Wetenschappelijke naam: Erwinia carotovara subsp. carotovora
Groep: Bacteriën
Aantasting door de zwakteparasiet Erwinia |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Als jonge planten geïnfecteerd zijn, blijven ze aanvankelijk achter in de groei. Later vertonen ze krommingen en verslijmen vanuit het hart.
Bij grotere planten verwelkt het buitenblad, verslijmt het hart en krijgen de hartbladeren een donkergroene kleur. De hartbladeren worden omgevormd tot een stinkende brij-achtige massa.
De infectie gebeurt vanuit de grond. De bacterie dringt de wortel binnen via wonden. Erwinia is een zwakteparasiet en treedt secundair op. Hoge temperaturen (± 25 °C) en een hoge RV geeft meer kans op Erwinia.
Vooral op zandgronden, die beregend worden gedurende de zomer, komt de aantasting voor.
Besmetting kan plaatsvinden via besmet plantgoed, oogstrestanten op het blad, besmette grond.
Ruime vruchtwisseling is belangrijk, maar door de lange overlevingsduur van bacteriën is het perspectief gering. Voorkomen moet worden dat gezonden percelen besmet worden. Bovendien moet de teelt van Alliumgewassen (ui, knoflook, sjalot, bieslook en prei) op besmette percelen worden afgeraden. Wanneer Erwinia op het bedrijf voorkomt, is bedrijfshygiëne zeer belangrijk (schoonspoelen van vooral machines voor de oogstmachines en grondbewerking).