Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 19 Volgende »

Biologische kennis over hoe dieren in elkaar zitten en functioneren, is de basis van dierenwelzijn. Een goed welzijn betekent voor dieren dat er voldaan wordt aan de behoeftes van het dier. Je moet de biologie van een dier(soort) kennen en begrijpen om dieren goed en verantwoord te kunnen houden.


Begrijpt deze hond wat er gezegd wordt?

Natuurlijke selectie en evolutie 

Natuurlijk gedrag is een gevolg van natuurlijke selectie. Natuurlijke selectie houdt in dat gedrag waardoor het dier het beste kan overleven wordt doorgegeven aan de volgende generatie. Stel, dat bepaald gedrag er voor zorgt dat er meer nakomelingen worden geboren en succesvol opgroeien. In dat geval worden de genen die dat positieve gedrag veroorzaken, doorgegeven aan een volgende generatie. Aanpassing van dieren aan een veranderende omgeving is een natuurlijk proces. In de loop van miljoenen jaren zorgt dat voor evolutie van een diersoort.


IJsberen lopen van nature veel. Dit gedrag is van generatie op generatie doorgegeven

Bouw en functie 

Aanpassingen door natuurlijke selectie zijn niet beperkt tot het gedrag van dieren. Ook de bouw en de functie van dieren is zo goed mogelijk aangepast aan hun leefomstandigheden. Mollen hebben grote graafhanden, slechte ogen en een uitstekende neus omdat ze ondergronds leven. Op de Galapagos eilanden komen vrijwel identieke vinken voor die alleen verschillen in de vorm en lengte van de snavel. Dit komt, doordat een vooroudersoort zich heeft gesplitst in verschillende nieuwe soorten met verschillende diëten. Zaadeters hebben een stompe, korte bek gekregen en insecteneters een lange spitse.


Mollen zijn goed aangepast aan een leven onder de grond

Individuele variatie 

Dieren van eenzelfde soort gedragen zich vaak verschillend. Dit heet individuele variatie. Sommige individuen zijn wat aarzelend en afwachtend, andere stellen zich juist roekeloos en routinematig op. Dat elk individu zich anders gedraagt, kan voordelen opleveren. Zo kunnen sommige individuen zich beter aanpassen aan veranderende situaties dan andere, waardoor ze voor een groter aantal vruchtbare nakomelingen zorgen. Hierdoor past ook de soort zich aan en blijft op die manier in stand. Uiteindelijk blijven alleen gedragsstrategieën over die succesvol zijn voor de soort.


Ook gedomesticeerde varkens vertonen individuele variatie: de een is afwachtend, de andere juist roekeloos 
© Wageningen Livestock Research

  • Geen labels