Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 7 Huidig »

Gewas: witlof en schorseneren

Wetenschappelijke naam: Paratrichodorus teres

Groep: Aaltjes

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

In het veld herkent met een aantasting aan onregelmatige plekken, waar afwisselend gezonde en aangetaste planten staan.

De aaltjes prikken vooral worteltjes aan, waardoor de lengte groei van de wortel stopt en de plant overgaat tot het vormen van nieuwe wortels. Aangetaste planten hebben een bossig wortelstelsel. De meeste aantasting treedt op in een koud en nat voorjaar.

Levenswijze

Vrijlevende wortelaaltjes hebben hun naam te danken aan het feit, dat ze uitsluitend buiten de plant leven en de plantenwortels oppervlakkig aanprikken. P. teres komt vooral voor op de lichte (marine) zandgronden en lichte zavelgronden in de Noordoostpolder en de Wieringermeer, maar kan ook op andere zand en dalgronden voorkomen.

Vrijlevende wortelaaltjes hebben een grote waardplantenreeks, waaronder verschillende gewassen, onkruiden en groenbemesters. De aaltjes overbruggen een gewasloze periode op het veld als ei. Totaal vervelt het dier van ei tot volwassen vier keer. Per teeltseizoen komen 3 tot 5 generaties voor.

Maatregelen

  • Gras en grasgroenbemesters hebben een sterk vermeerderend effect op P teres  De teelt van bladrammenas als groenbemester vermindert de aaltjespopulatie.

  • Extra organische stof aanvoeren vermindert de schade. De organische stof moet na de hoofgrondbewerking worden opgebracht en oppervlakkig worden ingewerkt.

  • Uitvoeren van een natte grondontsmetting.

Meer informatie

  • Geen labels