Test

Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 3 Huidig »

Algemeen

Silvafeed Nutri P/ENC is een extract van hout van de tamme kastanje, rijk aan polyfenolen. Volgens de producent geeft het betere voeropname, gezondere darmen, heeft het een positief effect op de darmflora en effect op de motilitiet van de darm en geeft het minder mortaliteit. Ook zouden dieren drogere mest hebben en een betere voederconversie. Diervoederadditief

Onderzoek

In een overzichtsartikel worden de effecten van kastanjebast beschreven (Zigger, 2006). Het voornaamste effect zou gebaseerd zijn op een betere voorziening  van polyfenolen, wat in de meeste voeders ontbreekt. Het middel heeft een tweeledig effect, het vertraagt de eiwitpassage en heeft effect op de darmflora. Dit zou kunnen leiden tot verminderde diarree, minder maagdarmproblemen, betere groei, stankreductie en beter welzijn. In een ander artikel (Gai et al., 2011) wordt gesuggereerd dat kastanje-extract bij konijnen de pH in de darm moduleert waardoor de bacteriën die enteropathie veroorzaken minder goed kunnen groeien. In hun eigen onderzoek vonden ze significant minder sterfte bij de tannine groep vergeleken met controles. Onderzoek bij konijnen (Maertens and Struklec, 2006) liet in 3 verschillende proeven met respectievelijk 234, 598 en 385) gespeende konijnen effect zien van tamme kastanje extract op de mortaliteit na het spenen in een met Epizootische enteritis besmette omgeving. Een tannine verrijkt dieet werd al dan niet gevoerd aan voedsters en hun kroost vanaf dag 22 van lactatie. De jongen werden gespeend op 29 dagen en hielden het tanninerijke voer of controle voer. Over de drie proeven was de mortialiteit significant lager in proef 3 (p<0.001, trendmatig in proef 1 (p<0.54) en niet significant in proef 2. Bij sectie van controle dieren werd het typische beeld van enteropathie gezien met een dominante rol voor Clostridium spiriforme. De groei is alleen bepaald in proef 3 en was daar significant hoger voor de tanninegroep. In een ander onderzoek werden tannines vergeleken met andere additieven (Eiben et al., 2008). Hierbij werden 30 individueel gehuisveste konijnen per groep gevoerd met antibioticavrij voer met prebiotica, probiotica, zuren, gisten of tannines. Daarnaast werden 72 konijnen in groep in groepshuisvesting van 3 dieren per hok gebruikt. De groei van de dieren was significant hoger in de periode van 49 tot 63 dagen bij prebiotica (inuline) en tannine, terwijl de gezondheid goed bleef.

Onderzoek met kastanje extract bij konijnen bij hogere omgevingstemperatuur (Liu et al., 2012) liet zien dat konijnen gevoerd met 5 of 10 gram tannines /kg voer bij hoge temerpatuur van 33 graden betere groei en betere vleeskwaliteit hadden dan controles. Hiervoor werden 160 rammen (ongeveer 1134 gram, 45 dagen oud) verdeeld over 4 groepen waar ze individueel in klimaatkamers werden gehuisvest. Een groep bleef bij 20 °C. (controle), terwijl de andere 3 groepen gedurende de proef van 21 dagen bij een temperatuur van 33°C werden gehouden. De dieren kregen controlevoer en onbeperkt water en 2 groepen van 33 °C kregen 0, 5 of 10 g/kg voer aan tannines (T0, T5 en T10). De groei en voederconversie van de T0 dieren was significant minder dan bij C en T5. Ook hadden de T5 en T10 dieren minder oxidatieve stress dan T0 en het cortisol gehalte in het bloed van de T5 en T10 dieren was significant lager dan bij T0, wijzend op minder stress en meer welzijn.

Effecten van tannines op de ijzeropname zijn beschreven door Lavin (2012). Invloed van tannines uit tamme kastanje in de voeding bij ossen liet zien dat deze een negatief effect hadden op het aantal Coliformen in de mest (Gutierrez-Banuelos et al., 2011).

Aanvullende literatuur is op te vragen bij de leverancier.

Gebruik

Te gebruiken hoeveelheid: 0.05 - 0.3% (0.5 - 3 g/Kg) 

Literatuur

Eiben Cs., Gippert T., Gódor-Surmann K., Kustos K. 2008. Feed additives as they affect the fattening performance of rabbits. 9th World Rabbit Congress – June 10-13, 2008 – Verona – Italy, chapter Nutrition and Digestive Physiology, 625-629


Gai, F., Gasco, L., Schiavone, A., Zoccarato, I. 2011. Nutritional effects of chestnut tannins in poultry and rabbit. (book chapter). In: Tannins: Types, Foods Containing, and Nutrition, 297-306.


Gutierrez-Banuelos, H., Pinchak, W.E., Min, B.R., Carstens, G.E., Anderson, R.C., Tedeschi, L.O., Krueger, W.K., Krueger, N.A., Lancaster, P.A., Gomez, R.R. 2011. Effects of feed-supplementation and hide-spray application of two sources of tannins on enteric and hide bacteria of feedlot cattle. J Environ Sci Health B. 46, 360-5.


Lavin, S.R. 2012. Plant phenolics and their potential role in mitigating iron overload disorder in wild animals. J Zoo Wildl Med. 43 (3 Suppl): S74-82.


Maertens L., Štruklec M. 2006. Technical note: preliminary results with a tannin extract on the performance and mortality of growing rabbits in an enteropathy infected environment. Word Rabbit Science 14, 189-192.


Zigger, D. 2006. Nibbling at the chestnut tree may improve health. Feed Tech 10.8., 12-15.


  • Geen labels